In het oerwoud van eet- en dieetboeken is het soms moeilijk door de bomen nog het bos te zien. Gelukkig verschijnen er soms ook boeken die proberen het overzicht te bewaren, zoals Het Voedsellabyrint van Jaap Seidell en Jutka Halberstadt en Overgewicht en Gezondheid van Els van Thiel. Het eerste boek richt zich op voedsel in het algemeen, het tweede op overgewicht; beide geven een mooi overzicht van recente inzichten en bevindingen.
Stroomopwaarts denken
De grote verscheidenheid aan voedingsadviezen is ontstaan doordat de werkelijkheid nu eenmaal ingewikkeld in elkaar zit, aldus Seidell en Halberstadt. Dat heeft verschillende oorzaken. De invloed van voeding op onze gezondheid is complex, tegenstrijdige bevindingen in wetenschappelijke onderzoeken zijn een regelmaat, en vaak er is er sprake van belangenverstrengeling. In Het voedsellabyrint trachten Seidell en Halberstadt de verdwaalde lezer door het doolhof rondom het voedseldebat te loodsen.
Het boek begint met een pleidooi voor stroomopwaarts denken. Als metafoor wordt het volgende voorbeeld gebruikt: als u drenkelingen voorbij ziet drijven in een rivier, red ze dan niet enkel uit de rivier, maar ga stroomopwaarts op zoek naar de oorzaak en doe er iets aan (zoals een kapotte brug repareren). De auteurs pleiten voor eenzelfde aanpak van ongezond eetgedrag: we moeten de oorzaken hiervan leren begrijpen om eetgedrag op lange termijn te kunnen veranderen.
Seidell en Halberstadt geven veel voorbeelden van die stroomopwaartse oorzaken. Hierbij komen onderwerpen aan bod die even interessant als divers zijn. Deze lopen uiteen van voedselverslaving tot vetbelasting en poeptransplantaties. De auteurs beperken zich niet tot de vraag welke voeding en voedingsstoffen nu gezond zijn (een op zich al enorm complex onderwerp), maar betrekken bij hun visie ook een breed scala aan andere factoren. Zo is goede voeding nu eenmaal duur, en als je er geen geld voor hebt, grijp je sneller naar de ongezonde en goedkope producten en word je sneller dik. Door die brede visie wordt duidelijk dat eetgedrag, voeding en gezondheid extreem complexe onderwerpen zijn en er geen simpele oplossing bestaat voor het obesitasprobleem. De algemene toon in het boek is dan ook nogal relativerend: veel van wat je hoort in de media is een beetje waar, maar meestal vallen de afzonderlijke effecten van het wel of niet consumeren van bepaalde producten best wel mee. Daarnaast weten we op dit moment gewoon meer niet dan wel. Wanneer wél concrete aanbevelingen gedaan (kunnen) worden, worden die handig opgesomd aan het eind van elk hoofdstuk.
De auteurs pleiten voor een omgeving met minder verleidingen, het niet veroordelen van mensen met obesitas, en meer hulp bij het veranderen van hun leefstijl. Ze ontkrachten hardnekkige voedselmythes (zoals de alomheersende gedachte dat verzadigd vet altijd slecht is) en leggen de vinger op de zere plekken en gevaarlijke ontwikkelingen in de huidige wetenschap. Opvallend in Het voedsellabyrint is dat het voornamelijk bestaat uit een bundeling van allerlei columns, eerder verschenen in onder andere Het Financieele Dagblad. Die columns gaan over erg uiteenlopende onderwerpen en sluiten niet altijd logisch op elkaar aan, wat zo nu en dan een hak-op-de-tak-achtige indruk maakt.
Het doel van Seidell en Halberstadt was om de twijfelende consument meer duidelijkheid te geven rond eet en dieetadviezen. Dat is ze aardig gelukt. Het voedsellabyrint is een goed boek dat prettig leest en waarin de nadruk wordt gelegd op hoe complex de invloed van voeding op ons gewicht en onze gezondheid eigenlijk is.
Overgewicht
Journaliste Els van Thiel belooft in haar boek Overgewicht en Gezondheid een zoektocht naar interessante en prangende vragen over overgewicht, een onderwerp waar nog veel controverse over bestaat. Tijdens haar zoektocht praat ze met professionals uit verschillende disciplines. Niet alleen met de voor de hand liggende artsen en psychologen, maar ook met bijvoorbeeld filosofen, een feministe en een lid van het Zorginstituut Nederland (dat zich bezighoudt met onder andere de samenstelling van het basispakket en de verbetering van de Nederlandse gezondheidszorg). Deze aanpak resulteert in een boek dat niet alleen op wetenschap gebaseerd is, maar ook een blik werpt op hoe met overgewicht en obesitas wordt omgegaan in onze maatschappij.
In elk van de zestien beknopte en duidelijke hoofdstukken komt één van de deskundigen aan het woord, en krijgt de lezer door middel van interviews en korte beschrijvingen van studies een indruk van hoe de expert in kwestie over overgewicht denkt. Hoewel de nadruk door verschillende wetenschappers op verschillende factoren wordt gelegd (is het onze calorierijke en tot sedentair gedrag uitnodigende omgeving die aangepast zou moeten worden of moeten we onze pijlen richten op het individu, om maar iets te noemen), zijn er een aantal thema’s die herhaaldelijk terugkomen: de omgeving, psychologische factoren, de rol van leren, de voorkeur voor korte-termijnpleziertjes, en automatisch of mindless eten kunnen allen op blaam van op zijn minst enkele wetenschappers rekenen. Nog meer consensus bestaat er over afvallen: verbied jezelf geen dingen die je heel graag eet, maar eet ze af en toe met mate, en geniet er dan ook echt van. En: crashdiëten hebben geen zin, ze werken juist averechts.
Wat af en toe ontbreekt is weerwoord. Vooraanstaande wetenschappers delen hun visie op overgewicht, maar punten die duidelijk discutabel zijn worden door niemand weerlegd. Hoewel dit het boek overzichtelijk en to-the-point houdt, leidt het er toe dat theorieën als feit gepresenteerd kunnen worden. Met als gevolg dat de lezer eigenlijk zelf kritisch moet nadenken over wat hij leest. Neem bijvoorbeeld het tweede hoofdstuk, waarin wordt betoogd dat overgewicht primair kan worden toegeschreven aan een verminderde lichaamsbeweging – terwijl dit geen onomstreden visie is.
Overgewicht en Gezondheid is geen ‘doe-het-zelf-afvalboek’. De achterflap belooft dan wel afvaltips, maar deze adviezen blijven vaak wat vaag. Het is ook geen boek dat definitieve antwoorden geeft op allerhande vragen over overgewicht. Logisch, de meningen van wetenschappers verschillen sterk van elkaar. Het is wél een interessant, duidelijk en compleet overzicht van recente inzichten in overgewicht, bekeken vanuit diverse invalshoeken. Geschikt voor iedereen, leek én wetenschapper, die alles graag eens op een rijtje wil zien.
Samengevat
Beide boeken zijn prettig te lezen, mede dankzij leuke anekdotes en weetjes (bijvoorbeeld wat zout te maken heeft met het woord ‘salaris’). Ze verschillen vooral in doel en schrijfstijl. Zo is de toon van Seidell en Halberstadt neutraler en wetenschappelijker, terwijl Van Thiel net wat vlotter schrijft. Een grote overeenkomst is dat uit beide sterk blijkt dat er nog heel wat onenigheid en onduidelijk heerst over eetgedrag, voeding en overgewicht. Mede door die onduidelijkheid zijn niet alle dieet- en eetadviezen even bruikbaar; zo kwamen we adviezen tegen als ‘koop geen dikmakend voedsel’ of ‘eet minder, beweeg meer’. Goh. Desalniettemin zijn beide boeken aanraders en verdienen ze een plekje op de boekenplank van eenieder die geïnteresseerd is in gezonde voeding en gewicht.
Bespreking van:
Het voedsellabyrinth
Door: J. Seidell en J. Halberstadt (2014)
Amsterdam: Atlas Contact, 192 p.
en
Overgewicht en gezondheid
Door: E. van Thiel (2014)
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 176 p.