Waarom is het voor clinici zo moeilijk om hun cliënten deskundig te beoordelen? Voor een deel komt dit omdat deze deskundigen in een warrige wereld leven. In hun eerste hoofdstuk vatten de auteurs die wereld in één zin samen: ‘Er is voor de klinische psychologie of psychiatrie geen duidelijke definitie van wat normaal of gezond is (…).’ Dit betekent onder meer dat er ook geen stevige basis is voor interventies: gewenste veranderingen zijn de uitkomst van een onderhandeling tussen mensen met hun eigen visies. Interventies behoren weliswaar gebaseerd te zijn op voorafgaande diagnostiek, maar daar heeft de onderhandeling óók betrekking op.
Een heel ander type moeilijkheid zit aan het eind van het proces: het is voor clinici ‘erg moeilijk om feedback te krijgen op hun beslissingen’ (p. 39). Een supervisor of collega kan bijvoorbeeld wel commentaar geven op iemands manier van werken, maar die deskundige weet ook niet goed wat het effect is van allerlei beslissingen en interventies. En dan hebben we het nog niet gehad over het tempo waarin men in de klinische praktijk tegenwoordig moet werken: er is eenvoudigweg onvoldoende tijd om alles eens rustig op een rijtje te zetten.
Over dit laatste – tempo houden – gaat een groot deel van dit boek. In de psychologie weten we al heel lang dat snel gegeven oordelen onderhevig zijn aan allerlei vertekeningen. Witteman, Claes en Van der Heijden vatten een aantal van die mechanismen nog eens voor ons samen. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de ‘heuristieken’ waarover Amos Tversky en Daniel Kahneman ruim veertig jaar geleden prachtige experimenten uitvoerden. Latere onderzoekers benoemden op hun beurt weer varianten van die mechanismen. Vaak lijkt het trouwens helemaal niet zo gek om op basis van ‘eenzijdige’ beoordelingen snel weer verder te werken.
De auteurs van Psychodiagnostische besluitvorming dragen een dubbele boodschap uit: ga gewoon door met het versimpelen van de klinische praktijk, maar zorg dat u heel goed weet hoe eenzijdig u bent. Wie deze kennis paraat heeft, is tóch misschien een betere onderhandelingspartner – al was het maar omdat u zich realiseert dat de werkelijkheid van de één niet hoeft samen te vallen met die van een ander. Verder raden de auteurs u aan om elementaire kennis van logica en kansberekening periodiek op te halen. En nog iets: vertrouw niet teveel op de collectieve waan van teambesprekingen, maar associeer u wél met een lastige collega van wie u tegenspraak kunt verwachten.
Door Cilia Witteman, Laurens Claes & Paul van der Heijden (2017)
Utrecht: de Tijdstroom, 125 p.