Log in
Rond problemen met de gezondheid spelen twee vragen. Populair gezegd luidt de ene vraag: hoe kom je eraan? De andere vraag is: en dan? In hun helder geschreven boekje over buikpijn bij kinderen laten Shelley van der Veek en Else de Haan zien dat artsen zich op de eerste vraag concentreren. Psychologen behoren bij medische vraagstukken vooral aandacht te geven aan de tweede vraag.
Karel Soudijn

De beide vragen raken gemakkelijk met elkaar verknoopt. Soms wordt verondersteld dat een medisch probleem ontstaat om er ziektewinst mee te boeken. Van der Veek en De Haan wijzen die verklaring van langdurige buikpijn bij kinderen resoluut van de hand. Kinderen ontwikkelen geen blijvende buikpijn om nooit meer naar school te hoeven gaan. Verder maken de auteurs in dit boek duidelijk dat er weliswaar aardig wat onderzoek is gedaan naar factoren die met buikpijn samenhangen, maar uit al die correlaties valt helemaal niet af te leiden waarom een bepaald kind er zo sterk last van heeft.

Psychologische hulpverlening komt in dit boekje als sluitstuk aan bod. Eerst halen de auteurs het angstwekkende van hun onderwerp af. Ze geven voorlichting over vormen van buikpijn en beschrijven wat we over pijn in het algemeen denken te weten. Er komt ook ter sprake wat artsen zullen doen als zij diagnostisch onderzoek uitvoeren naar kinderen met langdurige buikpijn. Vaak kunnen huisartsen en specialisten geen