‘Aanvankelijk wilde ik geneeskunde studeren, maar ik werd uitgeloot. Psychologie was mijn tweede keus. Op de middelbare school schreef ik al een profielwerkstuk over cognitie bij kinderen. Ik ben vooral in Maastricht gaan studeren, omdat ze daar probleemgestuurd onderwijs hebben. Nu zit ik in het vierde jaar.
Vooral de afwisseling beviel me gelijk, we kregen biologische blokken afgewisseld met cognitieve blokken. In het tweede jaar moesten we bij psychopathologie zelf een klachtenanamnese afnemen. Daarbij werden acteurs ingeschakeld die een ziekte speelden. In een ander blok zijn we naar tehuizen geweest voor mensen met dementie. We zagen welke therapieën ze krijgen, zoals snoezeltherapie. Dat mochten we zelf ook ervaren.
Maar de beste herinneringen heb ik aan het derde jaar. We hadden een blok waarin we met een groepje van zeven dames onderzoek gingen uitvoeren naar een onderwerp dat ons interesseerde: het lichaamsbeeld. Als vrouwen naar zichzelf kijken, zien ze vaak de lelijke lichaamsdelen, terwijl ze bij andere vrouwen eerder de mooie lichaamsdelen zien. Wij hebben een groep lichaamsontevreden vrouwen getraind om naar hun mooie lichaamsdelen te kijken. Dat had een significant effect op hun lichaamstevredenheid, ze beoordeelden zichzelf daarna veel positiever.
Aanvankelijk dacht ik dat onderzoek doen me niet zou trekken en wilde ik de klinische kant op, maar vanaf dat mo- ment was mijn belangstelling gewekt. Ook voor mijn bachelorthesis heb ik een onderzoek uitgevoerd en nu in mijn master ben ik in de beginfase van weer een ander onderzoek. Dat geeft zo’n goed gevoel van spanning. Je hebt een idee in je hoofd en nu ga je testen of het klopt.
We gaan bij vrouwen met een hoge lichaamsontevredenheid het spotlighteffect bestuderen. We zijn geneigd de aandacht die anderen voor ons hebben te overschatten. Als je vindt dat je haar slecht zit, denk je dat het iedereen opvalt als je ergens binnenkomt. Maar dat blijkt een enorme zelfoverschatting. Wij gaan dit spotlighteffect nu onderzoeken bij vrouwen die ontevreden zijn met zichzelf. Wij sturen vrouwen in onflatteuze sportkleding en zonder make-up met een smoes tussen de mensen en kijken wat het effect is en ook of we het effect kunnen verkleinen door het zelfvertrouwen op te krikken.
Na dit onderzoek ga ik nog een klinische stage lopen. Daarna beslis ik definitief welke kant ik opga.