Ruim tienduizend psychologen/psychotherapeuten werken zelfstandig en vele anderen zullen het overwegen. Maar hoe pak je het aan? In de serie De eigen praktijk besteedt De Psycholoog aandacht aan de praktische kant van de Eigen Zaak. De eerste vraag die iedere ondernemer zich zal stellen: wat ga ik eigenlijk doen? En voor de psycholoog komt dat vaak neer op de vraag: welke cliënten wil ik aantrekken?
Zodra je je eerste cliënt van straat hebt geplukt, ben je begonnen met je eigen praktijk. Dit is wat Arnoud van Buuren zijn cursisten altijd voorhoudt, sinds tien jaar geeft hij de cursus Een eigen praktijk. Misschien is de uitspraak wat kort door de bocht, maar wat hij vooral wil duidelijk maken is dat je er niet te veel tegenop moet zien. .Ondernemen vraagt een bepaalde houding, het gaat vooral om het zien van mogelijkheden, je moet niet focussen op de beperkingen. Daarom begin ik mijn cursus niet met hoe de details geregeld moeten worden, dat komt later., zegt hij. Als eerste moet de ondernemende hulpverlener zich de vraag stellen: wat wil ik? En ook: welke cliënten wil ik aantrekken?
‘Dan huur je een ruimte en kun je beginnen.’
Wat ga je doen?
Volgens de Kamer van Koophandel waren in december 2009 10.336 psychologen/psychotherapeuten vrijgevestigd. En menig psycholoog zal met het idee spelen of ervan dromen.
De komende tijd willen we een serie verhalen publiceren over de zelfstandige praktijk. In volgende afleveringen gaan we in op onderwerpen als: welke organisatievorm moet je kiezen? Hoe maak je reclame voor jezelf? Of: hoe richt je je administratie in? In deze eerste aflevering willen we ons nog bezighouden met de beginvraag: wát ga je als ondernemer doen?
De belangrijkste tip is eenvoudig, zegt Van Buuren. Ga doen wat je leuk vindt. ‘Anders verkoop je namelijk niets.’ Zelf is hij vrijgevestigd psychotherapeut en sinds begin dit jaar is hij ook voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten (nvvp).
‘Doe wat je leuk vindt’ is ook het advies dat uit de schaarse literatuur over het onderwerp te halen is. Lynn Grodzki adviseert het. Zij is een Amerikaanse psychotherapeut en coacht zorgverleners die zich vrij willen vestigen en schreef verschillende boeken over ondernemen in de zorg.
En het Handboek Freelancers geeft dezelfde tip. Daarbij is het voor starters goed om te weten dat het nip onlangs het Handboek zelfstandige vestiging op de vernieuwde site heeft gezet.
Meer lef, meer ondernemingszin
Van Buuren: ‘Je zou denken dat iedereen leuke yuppen wil behandelen, want die zijn niet moeilijk en ze hebben geld. Maar dat is niet het geval. In mijn cursus kom ik juist ook mensen tegen die de niches van de markt opzoeken: forensische klanten, zwaar autistische kinderen of cliënten met borderline.’ Zelf komt Van Buuren uit de verslavingszorg. In zijn eigen praktijk behandelde hij aanvankelijk veel verslaafde mensen. ‘‘Psychotherapeuten hebben daar vaak helemaal geen zin in, die vinden het eng, hopeloos, vies, ik vond het interessant. Dat heeft me zo getroffen, dat we niet allemaal hetzelfde willen.’
En dus laat hij zijn cursisten in de cursus eerst vrijuit dromen over de ideale praktijk, zonder te denken aan alle beperkingen en details die geregeld moeten worden.
Het is leuk om te zien wat mensen allemaal bedenken, aldus Van Buuren. ‘Ik ken een psycholoog die zich heeft gespecialiseerd in echtpaargesprekken. Daarnaast heeft hij een reisbureau. Hij gaat met stellen vaak een week op vakantie om aan de relatie te werken. Je moet er maar zin in hebben, maar ik vind het in ieder geval interessant bedacht.
Van een schoolpsycholoog hoorde ik dat hij geen praktijkruimte heeft, maar alles doet vanuit een busje. Of iemand die zonder praktijkruimte werkt en alles wandelend doet.’
Ondernemende psychologen waren lange tijd schaars, nu lijkt de ondernemingslust te zijn gegroeid. Misschien omdat de financieringsmogelijkheden er zijn, denkt Van Buuren. En ook omdat het vragen om psychische hulp minder een taboe is. En tot slot heeft het misschien iets met het toegenomen zelfbewustzijn van de psycholoog te maken.
‘Meer lef, meer formele erkenning, waardoor het beroep een hogere status heeft gekregen, dan krijg je vanzelf meer ondernemingszin.’
Cliënten genoeg
Een marktonderzoek om de ‘behoeften in kaart te brengen’, is voor psychologen niet echt nodig, gelooft Van Buuren. ‘Over het algemeen zijn er cliënten genoeg, is mijn indruk. Dat hoor ik in ieder geval veel om me heen, praktijken zitten overvol. Maar goed, ik heb daar geen onderzoek naar gedaan.’
Bovendien is het moeilijk, want hoe zou je marktonderzoek moeten doen? Van Buuren: ‘De beste informatiebron zijn de andere vrijgevestigden in de regio. En het is inderdaad wel verstandig hen te benaderen. Dan sla je twee vliegen in één klap, behalve marktonderzoek, ben je ook bezig met het opzetten van een netwerkje, voor intervisie, waarneming of doorverwijzing.’
Een ondernemersplan hoef je als psycholoog niet te maken, hooguit voor jezelf om je eigen ambitie helder te maken. Het gebeurt vaak omdat banken een plan willen hebben, maar als psychologische praktijk heb je vaak geen financiering nodig.
Niet bang zijn
Alles bij elkaar is de eerste stap betrekkelijk simpel. Je moet ervoor kiezen en het aandurven. Mensen zijn vaak bang voor van alles, merkt Van Buuren. Voor de verzekeraar bijvoorbeeld. ‘Maar dat is niet nodig, ook zonder contract van een verzekeraar kun je prima een eigen praktijk voeren’, zegt hij. Als het enigszins kan, teken je zo’n contract, maar als het je niet bevalt, of je vertrouwt het niet, dan onderteken je het niet, vindt hij. Dat is ook wat het nip adviseert.
Er is angst voor de concurrentie en angst om geen cliënten te krijgen. Ook is er de angst dat de vergoedingen weer zullen verdwijnen. Dat zijn geen irrationele angsten, geeft Van Buuren toe. Maar toch schiet je er niet veel mee op.
Bang zijn voor ondernemen heeft geen zin. ‘Als jij je werk niet goed en gedisciplineerd doet, gaat je praktijk naar de haaien, dat is waar. Je moet het kunnen en je moet er zin in hebben. En je neemt inderdaad een risico, maar je krijgt er veel voor terug: een enorme arbeidssatisfactie en een grote vrijheid om je werk zo te doen als jij vindt dat het moet.’
Ineke Lauwen
In de revalidatie-instelling waar Ineke Lauwen werkte, werd steeds meer gereguleerd volgens regels die waren bedacht door het management. Een cliënt met een bepaalde klacht kreeg een vastgesteld traject aangeboden, daarin lag het aantal gesprekken met de psycholoog vast, en ook de spreiding: de eerste acht weken om de week, daarna een aantal keer om de twee of drie weken. Zo wilde Lauwen haar werk niet doen. ‘Ik wil mijn behandeling kunnen aanpassen aan de cliënt.’ Daarom nam ze per augustus 2009 ontslag en startte november 2009 haar eigen bedrijf.
Waarin wilde je je specialiseren?
‘Ik houd van de afwisseling en wil me daarom op een brede ggz-clientèle richten: angst en depressieve klachten en ptss. Ik ben psychotherapeut en biedt psychotherapie aan, maar doe ook eerstlijnspsychologie. Hoewel ik dat laatste met acht bijeenkomsten wel erg kort en dwingend vind.
In het revalidatiecentrum hield ik me met chronische pijn bezig, daar wil ik in mijn eigen praktijk ook mee verder gaan, maar die hulp kan het beste multidisciplinair gebeuren. Daarom wil ik eerst andere disciplines om me heen verzamelen binnen het gezondheidscentrum waar ik nu gevestigd ben.’
Voel je je ondernemer?
‘Voor mij was het spannend om deze stap te zetten, ik kom niet uit een ondernemersfamilie, het is nooit mijn droom geweest. Maar ik ben gehecht aan mijn professionele autonomie en die kwam steeds meer in het geding toen ik in loondienst was. Daarom heb ik de stap gezet en ik ben er blij mee. Het leuke is dat je alles zelf mag, nee zelfs moet bedenken en ontwikkelen. Je bepaalt zelf wat je doet, wanneer, hoe laat en waarom. Ik zocht zelf mijn ruimte, richtte mijn kamer in.
Ondernemen heeft voor mij een negatieve bijklank, dan denk ik aan dikke mannen met sigaren die winst willen maken. En ook aan het geregel en de administratie. Maar als je het vakinhoudelijk bekijkt dan kun je mij wel ondernemend noemen. Als ik ergens voor sta, sta ik ervoor en kan ik doorzetten. Ik zal niet snel denken: dat kan niet. Nee, dat ga ik dan eerst maar eens uitproberen.’
Website: Praktijk Lauwen
Sineke Janssen
Sineke Janssen komt uit een ondernemersnest en ze wist één ding: dat nooit! Tijdens haar studie begon ze als stagiaire bij een Riagg, daarna kreeg ze een contract ter vervanging van een zwangerschap. Vervolgens kwam er een vacature binnen de Riagg vrij, maar ze kwam er niet voor in aanmerking, want het personeel moest een afspiegeling van de populatie zijn. Zij viel af. In de tijd van de Bijlmerramp die daarna plaatsvond, werden er veel hulpverleners aangetrokken en kon Janssen weer aan de slag. Na vijftien maanden was het geld op en moest ze weer vertrekken. Toen besloot ze om zelfstandig aan de slag te gaan.
Waarin wilde je je specialiseren?
‘Door mijn ervaring met de Bijlmerramp was ik getraind in hulp bij trauma in combinatie met verlies. Daar had ik zelf ook affiniteit mee, ik kende het; op mijn dertiende overleed mijn vader. Ik ben gaan kijken wat er op dat gebied aan hulpverlening was. Er was één stichting die zich ermee bezighield, Stichting Achter de Regenboog, verder was het een onontgonnen terrein. Toen wist ik dat het wel eens een gat in de markt kon zijn: trauma en verliesverwerking bij dood en echtscheiding.
Ik hield een enquête onder huisartsen over hoeveel kinderen er in de praktijk kwamen met een verlieservaring. Gemiddeld had een huisarts één gezin met rouw per jaar. Daarmee vond ik de start van mijn praktijk verantwoord.
Aanvankelijk richtte ik me op kinderen, maar bij kinderen horen nu eenmaal ouders. En dus was de stap naar rouwverwerking bij volwassenen snel gemaakt. Daarna ben ik ook steeds meer angststoornissen gaan behandelen.’
Voel je je ondernemer?
‘Mijn vader was ondernemer, hij heeft zich letterlijk en figuurlijk doodgewerkt. Toch begon ik voor mezelf, want het ondernemen zit nu eenmaal in mijn bloed. Ik koos bewust voor een specialisatie, omdat ik weet dat een ondernemer zich naar buiten toe duidelijk moet profileren.
Ik ben vrij initiatiefrijk. Door toeval ben ik nooit lang gebleven bij de instellingen waar ik gewerkt heb, maar als ik wel had kunnen blijven, had ik het er vast niet lang uitgehouden. De bureaucratie maakt dat je niet met je vak kunt bezig zijn. Ik mijn eigen praktijk ben ik in staat om de kwaliteit te leveren die volgens mij nodig is om je vak goed uit te oefenen.’
Website: Praktijk Drs. Sineke Janssen
Louise Boelens
Wat studies betreft, is Louise Boelens een veelvraat. Na haar studie sociale psychologie ging ze rechten studeren. Ze was in die tijd ook actief in de vrouwenbeweging en dacht toen dat ze mensen beter kon helpen als advocaat. Daarna volgde nog een studie wetenschapsjournalistiek. Na verschillende banen, nam ze in 1993 ontslag, omdat ze een paar interessante schrijfopdrachten kon doen. Daarop volgde ze verschillende opleidingen waarin ze aan haar eigen ontwikkeling werkte, maar tegelijk ook als coach werd opgeleid. In 1998 kreeg ze als coach haar eerste cliënten.
Waarin wilde je je specialiseren?
‘Aanvankelijk richtte ik me op loopbaanbegeleiding. Het onderwerp fascineerde me, ik ben zelf ook altijd op zoek geweest naar wat ik verder wil. Bovendien voelde ik me als coach nog onzeker, en over dit onderwerp had ik materiaal liggen, biografische opdrachten. Ik had zelf ook zo’n coachingstraject achter de rug.
In de loop der tijd ben ik me ook op andere problematiek gaan richten en inmiddels voel ik me allround coach en gaat het vaak over leidinggeven en meesterschap in je werk. Ik ben ook blijven schrijven. Twee jaar geleden verscheen mijn boek Vrouwen van 50 en ik schrijf een column voor Trouw. Verder doe ik bijeenkomsten: ik houd lezingen, zit expertmeetings voor en heb onder meer een workshop gegeven in samenwerking met de Volkskrant.
Ik heb nooit echt een plan gemaakt, ik was altijd op zoek en volgde mijn interesses.’
Voel je je ondernemer?
‘Ik streef naar een goed jaarinkomen, maar ben niet per se op winst gericht. Als ik een echte ondernemer zou zijn, zou ik mijn producten meer uitmelken, verkopen of door anderen laten uitvoeren, maar als ik iets ontwikkeld heb, wil ik weer verder.’
Website: Bureau Boelens
Liduine Knubben
Knubben begon eind 2007 voor zichzelf, en startte haar eigen praktijk vanwege persoonlijke omstandigheden heel langzaam op. Begin 2009 richtte ze zich volledig op haar praktijk en toen ze eenmaal ging werven, nam het aantal cliënten stevig toe.
Wat precies haar motieven zijn, daarover wil ze niet alles kwijt. ‘Laat ik het zo zeggen: ik werkte bijna twintig jaar in de ggz in de ouderenzorg, ik was bezig met de opleiding tot cognitief gedragstherapeut en wilde die kennis breder toepassen, maar binnen de instelling was een verandering van functie niet mogelijk. In de jaren daarvoor was ik me al aan het oriënteren op een eigen praktijk. Kort nadat ik gestart was, ben ik weggegaan bij de ggz.’
Koos je voor een specialisme?
‘Ik ben in de eerste lijn gaan werken omdat ik met een bredere doelgroep wilde werken. Daarnaast heb ik me altijd beziggehouden met vrouwenhulpverlening en heb ik nu veel affiniteit met vrouwen die werk buitenshuis en in het gezin combineren, die op alle fronten erg hoge eisen aan zichzelf stellen en die chronische stressklachten ontwikkelen.’
Voel je je ondernemer?
‘Niet echt. Dat was aanvankelijk ook wat me tegenhield. Ik heb bijvoorbeeld niet de neiging om me met geld bezig te houden, dat heb ik van huis uit ook niet meegekregen. Ik zag ook erg op tegen de administratie eromheen. Maar dat is me allemaal erg meegevallen. Alles bij elkaar bevalt het me erg goed.’
Website: Psychologenpraktijk Liduine Knubben