Lees verder
Nonbelieved memories; zo noemen Henry Otgaar en Tom Smeets in hun bijdrage het soort herinneringen waarin niet meer wordt geloofd. Denk aan herinneringen dat je in je kindertijd een dinosaurus hebt gezien of de echte Kerstman hebt ontmoet. Naarmate je ouder wordt, komt er een tijd dat je steeds meer gaat twijfelen of die herinneringen wel kloppen – en om diverse opportune redenen is dat maar goed ook; je wilt immers wel serieus genomen blijven worden door anderen.
Vittorio Busato

Dat wil OU-student Kees Stapel ook. Hij doet dit nummer een opvallende uitspraak in de rubriek In Spe: ‘Ik schrijf niet meer aan het eind van elke brief: geen familie van … Maar dat heb ik dus wel gedaan.’ Hij wil dus voorkomen dat mensen hem associëren met naamgenoot Diederik, terwijl hij er bij voorbaat vanuit lijkt te gaan dát mensen dat zullen gaan doen ofwel aan hem terug zullen denken als ‘familie van’. Bestaat daar een woord voor? Projected memory wellicht? Of is dit een al te vrije associatie en volstaat de term ‘vooronderstelling’?

Over vooronderstellingen en vooroordelen en de invloed daarvan op het wetenschappelijk denken heeft Johannes Linschoten (1925-1964) zijn beroemde boek Idolen van de psycholoog (1964) geschreven. Met name opvattingen die waren gebaseerd op de sensus communis ofwel het gezonde verstand moesten volgens hem door de wetenschappelijke psychologie kritisch worden beschouwd. Zoals Linschoten stelt: ‘Als de psycholoog wetenschap wil beoefenen, dient hij zich daar naar te gedragen. De regels van het spel in acht nemen. Meten en registreren. Alledaagse opvattingen met het grootste wantrouwen bekijken. De mensbeelden die ons in wijsgerige en religieuze tradities worden aangereikt, worden tot idolen wanneer de wetenschappelijke onderzoeker ze onkritisch aanvaardt en er zijn theorieën op bouwt.’

Jan Bransen, hoogleraar filosofie van de gedragswetenschappen, zegt in dit nummer dat de psychologie ons gezonde verstand wil corrigeren daar ons verstand vol met cognitieve vertekeningen zou zitten. Hij pleit ervoor om minder naar psychologen en andere deskundologen te luisteren en juist meer ons gezonde verstand te gebruiken. In dat filosofische advies kan ik een flink eind meegaan, maar dat neemt niet weg dat ik naar een psycholoog als Linschoten nog altijd heel, heel graag luister.