Lees verder
Geertje Kindermans

‘Op mijn achttiende ging ik naar de politieacademie. Daarna kwam ik bij de politie Amsterdam in een management development-traject terecht. Ik werk er met veel plezier, maar dat de politie mijn enige werkgever zou zijn, leek me beperkt. Daarom wilde ik er iets bij doen en psychologie heb ik altijd in mijn achterhoofd gehad. Negen jaar geleden ben ik er bij de Open Universiteit aan begonnen. Daar kun je flexibel studeren, zodat ik het kon combineren met mijn baan.

Aanvankelijk wilde ik A&O-psychologie gaan doen, dat sluit het meeste aan bij mijn werk. Maar het vak klinische psychologie in het propedeutisch jaar vond ik zo interessant, dat ik ben overgestapt naar gezondheidspsychologie. Voor klinische psychologie kon je een aantal jaar geleden nog niet kiezen.
De studie vond ik heel interessant. Mijn stage ook, maar die was tegelijkertijd ontnuchterend. Ik ging een jaar stage lopen in een ziekenhuis op de afdeling psychosociale oncologie. Daar kwamen patiënten met kanker die naar aanleiding van hun ziekte psychosociale problematiek hadden ontwikkeld.
Werken met patiënten is lastiger dan ik me vooraf had gerealiseerd. Het vraagt zelfkennis en een investering in mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik moest leren mijn eigen processen te scheiden van het proces dat de patiënt doormaakte. Regelmatig sloot mijn behandelplan niet goed aan bij de eigenlijke hulpvraag van de patiënt. Daarnaast ben ik ongeduldig en resultaatgericht, ook daar liep ik tegenaan. Ik ben gaan twijfelen of ik wel geschikt ben voor het vak. Is het normaal dat je je tijdens gesprekken regelmatig onzeker voelt? Hoort het erbij dat ik opgelucht was als een bepaalde patiënt afbelde of niet kwam opdagen?
Toen mijn stage was afgelopen, wist ik niet goed wat ik met mijn studie wilde. Ik ben mijn scriptie gaan schrijven. Die is nu zo goed als af, en nog steeds weet ik het niet. Of ik de postdoctorale opleiding nog wil gaan doen, daar ben ik niet zeker van.
Toch heb ik geen spijt van mijn studie. Als ik het niet had gedaan, was ik altijd blijven denken: ik loop mijn roeping mis. Bovendien krijg ik klussen waarvoor ik zonder mijn opleiding niet snel in aanmerking was gekomen. En ik ben net moeder geworden, dat relativeert ook een beetje… voor even.’