Tjalling Dijkstra, neurofeedbackpacker van het eerste uur, ziet vele voordelen. ‘Neem onze eerste week in Vietnam vorig jaar. Ik dacht dat ik iemand was die het leuk vond authentieke hapjes van de plaatselijke markt te proberen. Maar mijn hersengolven lieten zien dat ik daar niks aan vond. Uiteindelijk zijn we naar de McDonalds gegaan, want dat vinden mijn hersenen veel lekkerder.’
Volgens Dijkstra hoeft een scanner voor onderweg niet zoveel te kosten: ‘Een instapmodel eeg met 4 electrodes heb je al voor een paar honderd euro. Krijg je niet heel veel resolutie, maar toch. Golfje omhoog voor ‘leuk’, golfje omlaag voor ‘stom’, daar begint het mee. En de scanner stuurt niet alleen voor- en afkeuren. Afgelopen maand kwamen we in een klein dorpje in Turkije een Chinees restaurant tegen. Meteen een prachtige mismatch negativity te zien!’
Neurofeedbackpacken kan niet alleen worden gebruikt om de leuke ervaringen te kwantificeren. Een ander doel is jezelf trainen om van alle aspecten van de vakantie te leren genieten, aldus Dijkstra. ‘Het is een kwestie van je brein aanleren anders naar dingen te kijken. Bepaalde dingen moet je dus net zo lang herinterpreteren tot je breinrepons aangeeft dat je het plezierig vindt. Voor je het weet geniet je zelfs van het moment dat je gestrest en zweterig je schoenen uittrekt op het vliegveld.’
Volgens Jochem Leemhuis, tiendejaars student psychologie en eveneens neurofeedbackpacker van het eerste uur, is neurofeedbackpacken met een mri-scanner het allermooiste. ‘Logistiek is dat natuurlijk niet eenvoudig. Vloeibaar helium is in kleine dorpjes in Cambodja of Peru amper te krijgen, en je moet constant opletten dat er geen ijzeren voorwerpen in de buurt komen. Maar toch, lukt het je eenmaal, dan krijg je er zoveel voor terug. Een prachtige zonsondergang over de jungle, en dat ik dan met zekerheid kan zeggen dat niet alleen ik maar ook mijn brein het mooi vindt. Onbetaalbaar!’
Heeft gereageerd op:
Is dit echt een fenomeen of is dit een grapje?