‘Toen ik stage liep bij mijn eerste studie Maatschappelijk Werk & Dienstverlening, wist ik dat ik ook nog psychologie wilde studeren.
Want je rol als maatschappelijk werker is beperkt. Als ik werkte met cliënten met zwaardere problemen, moest ik me beperken tot een praktisch ondersteunende rol. Zo was er een cliënt die totaal niet kom omgaan met haar manische depressie. Zij werkte bij de sociale werkvoorziening. De ene keer was zij gemotiveerd, de volgende keer wilde zij stoppen. Ik kon als een bemiddelaar alleen maar overleggen met haar werkgever, had graag met haar aan haar problemen willen werken. Daarom ben ik in mijn laatste jaar met psychologie begonnen. De studie was een verademing, ik zat helemaal op mijn plek. Ik weet eigenlijk niet wat het precies was: de lesstof, de mensen, de colleges? Alles bij elkaar waarschijnlijk.
Het tweede jaar was vergelijkbaar, maar op een gegeven moment was ik eraan toe om me te specialiseren. Ik wilde de klinische kant op. Ik heb in het derde jaar nog een beetje een mix gedaan, met wat sociale en filosofische vakken erbij. Leuk, maar ik was blij toen ik met de master kon beginnen. In mijn master heb ik meegewerkt aan een landelijk onderzoek naar terugkerende depressie. En ik heb stage gelopen bij ggz Friesland. Ik werkte met mensen met persoonlijkheidsproblematiek, gaf samen met een cotherapeut groepstherapieën en deed een paar individuele behandelingen. Met een meisje met straatvrees oefende ik vier dagen in de week. Het was druk om dat te doen in drie dagen, maar erg leuk. Ik heb er veel van geleerd, ook over mezelf. Bijvoorbeeld dat je stevig moet blijven, ook al twijfel je soms. Ik kreeg af en toe van die passief- agressieve opmerkingen. Daar schrok ik aanvankelijk van, maar ik leerde snel die opmerkingen niet op mezelf te betrekken, maar te kijken wat er bij de cliënt aan de hand is. Ik ben nu klaar, ga cum laude afstuderen. Een baan vinden is lastig voor een basispsycholoog. Ik wil ook graag aan de gz-opleiding beginnen, maar dat wil iedereen. En overal wordt bezuinigd. Daar maak ik me wel zorgen om, maar uiteindelijk zal ik wel iets vinden.’