Gert Geurtsen, klinisch neuropsycholoog bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis, wist al vroeg dat hij ‘mensen wilde helpen’. Hij ging in Groningen klinische psychologie studeren, waar hij onder andere neuropsychologie van Betto Deelman kreeg. Een interessant vak, vond hij. Maar voor hem stond deze wetenschappelijke discipline te ver af van de patiëntenzorg.
Eenmaal afgestudeerd kon hij een aantal maanden in een psychiatrisch ziekenhuis werken en raakte onder de indruk van de schizofrenen die er zaten. Niet zozeer van hun wanen en hallucinaties, die meestal de aandacht trekken, maar vooral van hun passiviteit. Zoals een vrouw die in haar rustige periodes aanspreekbaar was, maar ook dan tot niets in staat bleek. Geurtsen: ‘Ze zag er onverzorgd uit. Op de suggestie om zich te wassen, zei ze dat ze dat niet kon, omdat ze geen zeep had. Als ze de opdracht kreeg om zeep te kopen, vertrok ze naar de winkel en kwam terug met een baal shag.’
De verpleging vond haar ongemotiveerd en wist niet wat ze ermee moest. ’s Avonds, alleen op zijn kamer, dacht Geurtsen over dit probleem na. ‘Opeens herinnerde ik me de colleges van Deelman, die ogenschijnlijk nonchalant, maar ondertussen heel scherp les gaf. Tijdens die collegereeks had hij het gehad over cognitieve stoornissen bij schizofrenie. Misschien was dát het probleem bij deze vrouw.’ Hij pakte zijn studieboeken erbij en verdiepte zich erin. Door zijn studie begreep hij dat deze vrouw verder onderzocht moest worden, om te achterhalen wat er precies fout ging. ‘Ze kon boodschappen doen, maar kwam met het verkeerde thuis. Lag dat aan haar motivatie? Was de opdracht te ingewikkeld? Snapte ze het wel, maar kon ze zichzelf onvoldoende aansturen? En was er een manier om haar te helpen?’ Verder wilde hij meer begrip voor deze patiënte kweken, wilde hij de verpleging overtuigen dat het geen opstandige, onwillige dame was, maar een vrouw met forse cognitieve problemen.
‘Daarna zijn we begonnen met het opzetten van een training voor deze patiënten en we zijn een onderzoeksproject gestart. Ik ben me steeds meer in neuropsychologie gaan verdiepen en ben gepromoveerd op een neuropsychologisch behandelprogramma. Inmiddels weet ik hoe essentieel neuropsychologie is voor patiëntenzorg.’