Gz-psychologe en orthopedagoge Ankie Tuinstra (69) draagt na tien jaar haar eigen praktijk over, de Orthopedagogische & Psychologische Praktijk Overbetuwe in Elst. Dit betekent een speurtocht naar een opvolger, en ook een hoop gereken en administratieve rompslomp. Hoe ziet zo’n wending in het leven van een psycholoog eruit?
Tuinstra behandelt in haar praktijk kinderen met sociaal-emotionele, leer- en gedragsproblemen en problemen op het gebied van de opvoeding. Haar jonge cliënten – ‘klantjes’, zoals Tuinstra ze noemt – behandelde ze aanvankelijk alleen aan huis, maar sinds twee jaar huurt ze ook een ruimte in het Gezondheidscentrum in Elst.
Zo’n twee jaar geleden is bij haar de ziekte van Parkinson vastgesteld en wordt het tijd om de praktijk over te dragen. De zoektocht naar een opvolger heeft nu al bijna een half jaar geduurd. ‘Het moet een gz-psycholoog zijn’, vertelt Tuinstra, ‘maar daar is een tekort aan. Het is dus erg moeilijk om een geschikte opvolger te vinden.’
Ondertussen moet de waarde van de praktijk worden bepaald. ‘De omzet en de winst kunnen schommelen in de loop van het jaar, waardoor het moeilijk is de exacte waarde te bepalen. In de zomer zijn er immers minder klantjes dan anders, dus de waarde is niet constant. Hierover heb ik advies gekregen van een jurist, maar we zijn er nog steeds mee bezig.’
Daarnaast moeten er allerlei administratieve zaken geregeld worden. De registratie van de naam moet veranderen, er moeten andere folders komen, artsen en scholen moeten worden ingelicht, noem maar op. De overdracht is al met al een proces dat heel geleidelijk verloopt.
Tuinstra zal haar klantjes missen. ‘Als behandelaar zie ik mezelf als een soort advocaat van het kind. Bij een scheiding bijvoorbeeld staat de hulpverlener naast het kind en kan het in vertrouwen over problemen spreken.’ Vooral de voldoening die ze daaruit haalt, zal ze missen, zoals nu al het geval is.
Nee, ze zal de ontwikkelingen rond de praktijk niet blijven volgen als hij eenmaal van iemand anders is. ‘Maar met vragen kunnen ze altijd bij me terecht.’