Lees verder
Jos de Bruin

Op internet leeft Johan Barendregt vooral voort als schaker.Dat hij ook hoogleraar Persoonlijkheidsleer was, wordt hooguit als curiositeit vermeld. Dat moet hem genoegen doen. Hoezeer hij ook wilde geloven dat er belangrijker zaken waren dan schaken, het lukte hem niet. Zijn trots en belangrijkste wapenfeit was dat hij ooit van wereldkampioen Botwinnik had gewonnen.

Roep eens wat, dan zal ik het weerleggen, zo karakteriseerde Barendregt schaken. Ook in de psychologie kwam je volgens hem met dwarsliggen het dichtst bij de waarheid, maar daar kreeg boegeroep meer aandacht dan logica of onderzoek. Daarom wilde hij toch maar weer gaan schaken.
Hij wilde nog enkele mindere schakers ‘doen sidderen. Aan de angst in hun ogen zal ik het bewijs leveren van de zin van het leven. Al is het van dat na de dood.’ Met dit voornemen sluit hij De zielenmarkt af, zijn postuum verschenen prachtbundel ‘over psychotherapie in alle ernst’. Dit lezend moest ik terugdenken aan de enige keer dat ik bij Barendregt thuis ben geweest.
Hij was toen gastheer voor de Soiree, een informele bijeenkomst van stafleden en studenten psychologie met literaire ambities. Rijp en groen kon daar iets voorlezen uit eigen werk. De sfeer was welwillend en vrolijk, ook door de vele drank waarmee eenieder zijn zenuwen in bedwang hield.
Barendregt had die keer, met het oog op een kwaliteitsimpuls, ook twee echte schrijvers uitgenodigd. Een minder succesvolle broer van Heere Heeresma, en Helga Ruebsamen, die later een paar prachtige boeken zou publiceren maar die op dat moment al een jaar of tien droog stond.
Dit bleek geen gelukkige keuze. Ze ergerden zich misschien aan de verwarrende combinatie van ironie en romantiek waarmee deze psychologen zich ongeremd op hun vakgebied begaven. Gesterkt door de voortreffelijke wijn van Barendregt begonnen ze zich steeds nadrukkelijker te distantiëren. Hun schampere blikken en terzijdes gingen over in luidkeelse protesten toen ik met mijn lezing begon. Schandalig was het, het waren naziteksten.
Nu was het inderdaad niet best. Het succes van een eerder verhaal, een jeugdherinnering, was me naar het hoofd gestegen en had me verleid tot een ambitieus vertoog over de methodologische complicaties van het onderzoek naar de psychologie van de overledenen. Niet leuk, vond ik zelf eigenlijk ook bij herlezing, misschien smakeloos, maar deze reactie had ik toch niet verwacht.
Barendregt, onder studenten bekend als professor Zonnebloem vanwege zijn uiterlijk en wat schichtige, wereldvreemde uitstraling, verzocht de schrijvers mij te laten uitspreken. Ik stamelde verder, maar hun verontwaardiging zwol slechts aan. Toen ze mij van een Auschwitz-mentaliteit beschuldigden, werd het Barendregt teveel. Rood aangelopen zwaaide hij zijn arm richting deur: ‘Eruit!’ Dat hij hierbij de lamp boven zijn keukentafel aan scherven sloeg, droeg zeker bij aan het dramatische effect.
De schrijvers dropen af, wij sidderden na, hij van woede, ik van schrik. Het leven had zin.

Jos de Bruin is ontwerper cognitiemodellen en zelfstandig gevestigd.