Lees verder
Agneta Fischer

Sommige mensen hebben geen schaamte. In eerculturen kan je dat als vrouw je leven kosten, want één blik opzij en je kan zomaar een leuke vent in je blikveld hebben. In deze culturen voelen vrouwen schaamte om te overleven. In ons land nemen we het niet zo nauw met die eer en schamen we ons niet zo snel ergens voor. En in de zomermaanden lijkt de schaamte al helemaal tot onder het minimum gedaald.

Zodra de temperatuur boven de 15° komt, gooien we alles uit en zijn onze lijven in al hun glorie te zien. Op straat vallen we over de mannen die hun bovenlijven moeten ontbloten, of over vrouwen van boven de vijftig die er plotseling als hun dochter van twaalf uit willen zien. Ik ving laatst een gesprek bij de kapper op dat vrouwen dat gewoon doen omdat ze ‘er zin in hebben’.
Dat was nieuw voor mij.
‘Gewoon gekocht, die laag zittende superstrakke spijkerbroek, kan mij het schelen wat anderen ervan vinden. Als je je er lekker bij voelt, moet je het gewoon doen!’
Dat noem ik nog eens de schaamte voorbij! Gewoon alles aantrekken waar je je lekker bij voelt. Ik zat hard te denken wat ik dan aan zou doen, maar ik kon, behalve die paarse tuinbroek van 35 jaar geleden, niks buitensporigs verzinnen. Blijkbaar zit de schaamte diep bij mij. Maar het meest interessante was eigenlijk de plot van het gesprek van de dames bij de kapper. ‘Maar ik doe het alleen thuis aan hoor, dat is eigenlijk het lekkerst.’
Laatst woonde ik een lezing bij van de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Voor een bijeenkomst van nip-mediatoren sprak hij over de cultuur van het narcisme, waarbij hij onder andere de weggevaagde normen in de huidige samenleving aan de orde stelde. Zelfverwerkelijking is het ultieme doel en wat anderen vinden of doen of hoe het hoort, is niet belangrijk. In de lezing leek het meer over de jeugd dan over de leeftijdgenoten van de directeur te gaan.
Ik was laatst ook bij de diploma-uitreiking van mijn zoon. Wij waren met hem naar de aula van de school getogen om de officiële uitreiking bij te wonen. Het was de heetste dag van het jaar en een vriend van mijn zoon was met ons en zijn ouders meegefietst in zijn korte – zwembroekachtige – broek, T-shirt en slippers. We naderden de school en zagen steeds meer leerlingen. Feestelijk uitgedoste meisjes met zwierige jurkjes en bloemen in hun haar, jongens onwennig en zwetend in lange broek en overhemd, soms zelfs in pak. De vriend van mijn zoon keek steeds vertwijfelder en was toen we bij de school aankwamen ronduit chagrijnig. Hij keek zijn ouders verwijtend aan en beet hen toe dat ze hem wel eens hadden kunnen waarschuwen dat hij zich netjes had moeten aankleden. Hij had nog nooit zoiets meegemaakt en kon toch ook niet weten dat je op chic moest? ‘Ach’, zei zijn moeder, ‘wat maakt het uit, het gaat erom dat je je lekker voelt, en het doet er toch niet toe wat je aan hebt’.
Zij is de schaamte voorbij, hij kan nog gered worden.

Agneta Fischer is verbonden aan de Programmagroep Sociale Psychologie van de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Emotietheorie.