Stel: je moedertaal is Nederlands. Je woont in Seoul en krijgt het volgende morele dilemma voorgelegd. Een man kan vijf levens redden door één persoon het leven te benemen. Je bespreekt de kwestie in het Koreaans, want die taal beheers je redelijk. De kans is groot dat je kiest voor de oplossing die het welzijn van zoveel mogelijk mensen dient. Offeren dus, dat ene leven. Dat door die keuze de essentiële rechten van één individu geschonden worden, speelt voor jou een minder grote rol.
Die had vermoedelijk zwaarder gewogen als je de zaak in je moedertaal had besproken. Geconfronteerd met een moreel dilemma blijken mensen in een vreemde taal namelijk systematisch andere – meer utilistische – keuzes te maken dan in hun moedertaal. Dat stellen althans samenwerkende Spaanse en Amerikaanse psychologen. Zij legden aan ongeveer 350 proefpersonen uit de VS, Spanje, Korea en Frankrijk varianten van het hierboven geschetste dilemma voor. Alle deelnemers aan het onderzoek hadden er op latere leeftijd een voor hen vreemde taal moeten bijleren. Voor de deelnemers in alle populaties gold dat het aantal utilistische beslissingen in de vreemde taal, ten opzichte van het aantal genomen in de moedertaal, steeg met meer dan vijftig procent.
Intuïtieve, automatische reacties op een moreel dilemma, voortkomend uit de emotionele aspecten ervan, zouden met een tweede taal minder worden aangesproken dan met iemands moedertaal, zo vermoeden de onderzoekers. Zodoende krijgen rationele afwegingen meer de ruimte en het welzijn van de groep meer gewicht. (EdJ)
Bron: Costa A. et al. (2014). Your Morals Depend on Language. PLoS ONE 9(4): e94842. doi:10.1371/journal.pone.0094842