Met het voorlopige vertrek van Wouter Bos en Camiel Eurlings uit de politiek is de kwestie van werk en privéleven weer even goed geweest voor veel media-aandacht. Werken is goed voor de mens, maar het moet niet te gek worden. Nederlandse vrouwen huldigen die opinie en masse, getuige hun voorkeur voor deeltijdwerk. Mannen voegen zich daarentegen maar al te graag naar de carrièreregel dat fulltime werken wel het minimum is.
Dat Bos en Eurlings voor gezin en partner kozen, is vanuit het oogpunt van de psychische gezondheid niet zo gek. Zowel voor mannen als voor vrouwen blijkt een partner de kans op depressies en angststoornissen te verminderen, en dit des te meer naarmate er sprake is van een goede relatie. Psychiatrisch verpleegkundige en sociologe Inger Plaisier stelde dit vast op basis van gegevens van het nemesis-onderzoek uit 1996.
Werk wordt bovendien vaak gezien als een bron van problemen. Het Job Demands-Control-model (jd-c-model) voorspelt bijvoorbeeld dat hoge werkdruk en onzekerheid in combinatie met weinig autonomie de kans vergroot op (psychische) gezondheidsklachten. Dit verband kon Plaisier niet met zekerheid vaststellen, althans niet voor het ontwikkelen van depressies en angststoornissen. Werk speelt daar wel een rol in (vooral werkdruk), maar veel minder dan bij echt werkgerelateerde stoornissen zoals burn-out, waar het jd-c-model vaker is getoetst. Burn-out is echter niet opgenomen in de dsm en dus ook niet in de studie van Plaisier.
Kenmerkend voor alle psychische stoornissen is dat ze een sterk verhoogd risico op langdurig ziekteverzuim met zich meebrengen. Dat blijkt uit alle onderzoeken (ook uit dat van Plaisier), maar Petra Koopmans duikt er in haar proefschrift over terugkerend ziekteverzuim dieper in. Zij gebruikte gegevens uit de verzuimregistratie van Nederlandse post- en telecommunicatiebedrijven over een periode van meer dan tien jaar, met als bijzonderheid dat ook relevante informatie beschikbaar was over werknemers die niet verzuimen.
Wie vier of meer keer per jaar verzuimt, heeft een hoger risico op terugkerend frequent verzuim en ook een verhoogde kans op langdurig ziekteverzuim. Bovendien neemt de waarschijnlijkheid af dat men gezond terugkeert naar het werk wanneer het ziekteverzuim langer duurt. Uit de analyses van Koopmans bleek dat frequent kortdurend verzuim voor werknemers geen middel is om zichzelf te sparen en zo, via een soort zelfpreventie, langdurig verzuim te voorkomen, zoals vaak gedacht wordt.
Hoe zit dit nu met verzuim wegens psychische aandoeningen? Van de ruim 137.000 onderzochte post- en telecommunicatiemedewerkers verzuimden er ruim 9900 om psychische redenen. Daarvan verzuimden er 1925 (19%) opnieuw, met een gemiddelde duur van acht tot elf maanden. De incidentie van psychisch ziekteverzuim was hoger bij vrouwen dan bij mannen, maar het risico op een recidief was bij beide groepen gelijk. Recidieven kwamen vaker voor bij jongere dan bij oudere vrouwen. Dit correspondeert met bevindingen uit eerder onderzoek, waarbij moet worden aangetekend dat de situatie voor jonge vrouwen sinds enkele jaren verbeterd is, wat deels samenhangt met de effecten van de Wet Verbetering Poortwachter (2002).
Een vaak gegeven verklaring voor het hogere psychisch ziekteverzuim bij jonge vrouwen was dat er sprake zou zijn van een dubbele belasting. Plaisier stelt dat werk in zijn algemeenheid een beschermend effect heeft tegen depressie en angststoornissen; dat zie je bij mannen en bij vrouwen zonder kinderen. Bij vrouwen met kinderen maakt het in deze niet uit of ze wel of geen werk hebben.
Uit haar onderzoek blijkt ook dat een fulltimebaan bij mannen goed is voor de geestelijke gezondheid en dat ze meer dan vrouwen psychisch verkommeren wanneer ze geen werk hebben of een klein baantje. Hier is dus sprake van een stevig sekseverschil dat niet aan werkfactoren en arbeidomstandigheden kan worden toegeschreven. Voorzichtig oppert Plaisier dat er echte psychologische verschillen zouden kunnen zijn tussen mannen en vrouwen in bijvoorbeeld coping-strategieën of neuroticisme, maar deze weg volgt ze verder niet. Het is overigens niet raadzaam zich te beperken tot de ouder- of partnerrol: zowel mannen als vrouwen lopen meer risico op symptomen van een angststoornis of depressie wanneer ze zich beperken tot één rol. Bos en Eurlings zijn dus gewaarschuwd.
Dr. R. Abma is verbonden aan het departement Algemene Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht en is redacteur van De Psycholoog. E-mailadres: r.abma@uu.nl.