Lees verder

Cultuur- en debatcentrum De Balie in Amsterdam was op 7 oktober afgeladen – voornamelijk met docenten – voor de première van De Echte Jongensfilm. Documentairemaakster Katinka de Maar laat in de film het verloop van de schoolcarrière van haar zoon Melle zien (nu achttien), die als kleuter druk in de klas was en op zijn zesde het stempel add kreeg. ‘Vanaf die dag groeien de stapels verslagen over mijn zoon,’ verzucht De Maar, die moet toezien hoe Melle steeds meer gedemotiveerd en gefrustreerd raakt en zich als puber terugtrekt in de virtuele wereld van computerspelletjes.

Naast Melle komen er veel andere jongetjes voorbij met een diagnose van het een of ander. Beweeglijke, opgewonden, enthousiaste knaapjes met een ondeugende glinstering in de ogen. Ze willen rondrennen, stoeien, dingen kapot maken. Niets mis mee, denk je als toeschouwer, kattenkwaad, meer niet. Maar ze moeten letterlijk op hun handen zitten in de klas. De Maar brengt heel mooi in beeld hoe ze zitten te wiebelen, opspringen en door de klas stuiven, totdat de juf ingrijpt en ze terugdirigeert naar hun plek.
Er heeft zich een feminisering van het onderwijs voorgedaan, stelt De Maar. Dat is niet meer ingesteld op jongens, en te veel op de vrouwelijke neiging gevaar te vermijden. Daardoor is normaal gedrag niet meer wat het geweest is. De film maakt een interessante historische vergelijking: wat vroeger beschouwd werd als kattenkwaad, wordt nu gezien als een symptoom van een stoornis. En dan worden algauw medicijnen voorgeschreven, met alle bijwerkingen van dien.
‘Wat voor gevolgen heeft zo’n diagnose op jonge leeftijd?’ is dé vraag die de film oproept. Het antwoord is dat je erg moet uitkijken met wat je wel of niet denkt te kunnen meten bij kleuters, omdat hun ontwikkeling nu eenmaal grillig verloopt. Daarbij werkt zo’n diagnose door in de hele schoolcarrière, wat het geval van Melle goed illustreert.
In het debat dat volgt op de première laat Jelle Jolles (hoogleraar Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit) er geen misverstand over bestaan. ‘We zijn te snel met diagnosticeren,’ stelt hij, ‘en de diagnose wordt veel te vaak gesteld. Het probleem is dat dat niet door een multidisciplinair team gebeurt, maar vaak door één specialist, bijvoorbeeld een orthopedagoog. Dat zou in de toekomst niet meer mogen.’
(Zie voor De Echte Jongensfilm: Uitzending Gemist)

Jeroen van Goor ma is redacteur van De Psycholoog. E-mail: jeroen@psynip.nl