Schaper maakt gebruik van een enorme hoeveelheid biografieën en politieke analyses. Op basis hiervan construeert hij een vlechtwerk van dictators uit de wereldgeschiedenis. Napoleon krijgt daarin een belangrijke plaats. Van hem loopt een rechtstreekse lijn naar Vladimir Poetin, maar om Poetin te begrijpen moeten we volgens Schaper niet alleen naar die ene lijn kijken. Poetin laat zich ook inspireren door Joeri Andropov, Jozef Stalin, Catharina de Grote, Peter de Grote, Charles de Gaulle en Silvio Berlusconi. Ook zij handelden niet op eigen kracht. Schaper ziet Berlusconi bijvoorbeeld als geestelijk erfgenaam van Benito Mussolini, die op zijn beurt inspiratie vond bij de Romeinse keizer Augustus. En zo verder. Politieke geschiedenis als een warenhuis vol rolmodellen.
Staatslieden ontwikkelen zich volgens Schaper tot dictator als ze de kans krijgen om lang aan de macht te blijven. Als Schaper allerlei historische figuren beschrijft als rolmodel, dan gaat het zelden om zaken zoals wijsheid of rechtvaardigheid. In dit boek lezen we vooral over oorlogsvoering, expansiedrift, terreur, propaganda en bedrog. Misschien weten moderne staatslieden nog niet echt goed hoe zij opstanden kunnen onderdrukken die via sociale media worden aangewakkerd (het ‘enthousiasmevirus’ van Jaap van Ginneken), maar de val van de ene dictator zal volgens Schaper slechts de opkomst van de volgende dictator bevorderen. Er blijven genoeg rolmodellen over om het dictatorvirus in stand te houden.
Volgens de auteur is het vooral gekte die een dictator ten val brengt. Schaper presenteert een heel eenvoudig model om de ontwikkeling van een dictator te beschrijven. In de eerste fase is sprake van zelfvertrouwen. Vervolgens breekt een fase van hoogmoed aan. Daarna komt grootheidswaan, en dat stadium groeit uit tot grootheidswaanzin. In die laatste fase vallen veel slachtoffers, maar dictators maken dan ook fouten die hen fataal kunnen worden. Poetin, om hem nog eens te noemen, verkeert volgens Schaper al in het stadium van grootheidswaanzin.
Maken dictators gebruik van het werk van psychologen? Zijn wij een rolmodel? Hierover heeft Schaper weinig te zeggen. Ons vak is kennelijk nog te jong. Wel schrijft hij op pagina 78 dat zowel Mussolini als Hitler De psychologie der massa’s van Gustave Le Bon hebben gelezen. Mussolini las het boek zelfs meer dan één keer. Ook ontving Mussolini een persoonlijke brief met de complimenten van Le Bon.
Het dictatorvirus: slecht voorbeeld doet slecht volgen
Door: F. Schaper
Schiedam: Scriptum, 294 p.