‘Anderen’
Wie dood wil, kan van een gebouw of brug springen, of voor een trein. Chabot en Braam veronderstellen dat dergelijke vormen van zelfdoding impulsief plaatsvinden. Bovendien zijn de gevolgen ervan vaak bijzonder traumatisch voor anderen. In hun handboek bepleiten de auteurs handelingsvrijheid voor degenen die weloverwogen en in goed overleg met naasten de keuze voor doodgaan hebben gemaakt. Probleem hierbij is echter vooral de rol die ‘anderen’ tijdens het proces van levensbeëindiging (moeten) spelen. Artsen beschikken over middelen om snel een einde aan iemands leven te maken, maar zij zijn gebonden aan wettelijke bepalingen en aan hun eigen overtuiging van wat wel of niet toelaatbaar is. Een deel van het boek van Chabot en Braam is te lezen als propaganda in de richting van artsen: zij hebben, met inachtneming van hun beroepseed, veel meer juridisch aanvaardbare ruimte dan zij zelf vaak denken.
Een belangrijke rol spelen partners, familieleden en goede vrienden of vriendinnen van