‘Beide docenten hadden fijne stemmen om naar te luisteren’, vonden we ergens tussen de opmerkingen bij de cursusevaluatie. Wij – de beide docenten – waren er wel mee ingenomen, en waren eerlijk gezegd ook opgelucht dat we elkaar op dit terrein niet ontliepen, want wat zouden we moeten doen als een van ons te lezen had gekregen dat hij niet om aan te horen was?
Tot voor kort zou ik geen antwoord op die vraag hebben geweten, maar nu zou ik kunnen verwijzen naar Ik hoor het aan je stem van Elizabeth Ebbink. Zij is professioneel operazangeres en psycholoog (waarom de toevoeging ‘professioneel’ bij operazangeres en niet bij psycholoog?) en geeft stemtraining en -coaching voor het verbeteren van leiderschap, effectiviteit en impact. Haar boek kan deels worden gezien als een theoretische rechtvaardiging van haar werk als stemcoach, al moet ‘theorie’ hier niet te zwaar worden opgevat. Maar wie aan de slag wil met zijn stem kan er ook iets van zijn gading vinden, want het boek sluit af met ‘een stoomcursus stemtechniek’ en enkele praktische oefeningen waarmee de beheersing van het eigen stemgeluid kan worden opgekrikt. Het is allemaal op luchtige toon geschreven, gelardeerd met veel aansprekende voorbeelden van bekende personen, inclusief zeventig links via QR-codes naar filmpjes op YouTube (van Linda de Mol tot Maria Callas).
We vinden het vanzelfsprekend dat een lezing, college of voordracht begint met de juiste dosering van de informatie, een goede presentatie en ook een adequate spreekvaardigheid, maar al te gemakkelijk vergeten we het instrument waarmee we de boodschap moeten overbrengen: de stem. In haar boek zet Ebbink uiteen hoe vorm en inhoud mede bepaald worden door de klank van je stem. Ze beschrijft hoe die stem niet alleen een rol speelt in de verstaanbaarheid van een boodschap, maar ook invloed heeft op de impact van die boodschap. Waarom hangen we bij sommige mensen aan hun lippen, terwijl we bij anderen binnen enkele minuten afhaken? Wat zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen in het gebruik van hun stem, maar ook in het effect dat ze op anderen (en de andere sekse) hebben? Bij fysieke schoonheid is het betrekkelijk eenvoudig om aan te geven wat we mooi en aantrekkelijk vinden, maar hoe zit dat bij stemmen? Waarom vallen de meeste mannen op een vrouwenstem waar een vleugje hees in zit (Katja Schuurman), terwijl daar spreektechnisch wel het een en ander op valt aan te merken? Waarom ergert de een zich aan het geaffecteerde stemgeluid van Femke Halsema en vindt de ander dat juist vertrouwenwekkend? Ebbink laat deze en andere onderwerpen de revue passeren, met de bedoeling dat we er zelf iets van kunnen opsteken.
Is het dan nodig dat we iets over onze eigen stem en de invloed daarvan op anderen leren? Ja, tenminste als we willen dat wat we zeggen goed overkomt, niet alleen voor wat betreft de inhoud, maar ook om de intentie achter onze woorden en om wat we daarmee willen bereiken. We willen immers niet alleen informatie overdragen, maar ook mensen overtuigen, in beweging krijgen en ergens toe aanzetten, en daar speelt de stem een belangrijke rol bij. Ebbink laat zien hoe het succes van Obama veel te maken heeft met de aantrekkelijkheid van zijn stem (met veel laagte en beweeglijkheid om intimiteit te versterken), de manier waarop hij spreekt (met een duidelijke dictie) en de ontspanning en rust die ervan uitgaat. Alles in zijn stem versterkt het gevoel van vertrouwen. Ebbink wijst er echter ook op dat Obama’s stem gedurende zijn regeerperiode hoger, minder melodieus en geknepener is gaan klinken. Alsof een politicus in het nauw ook zelf benauwder gaat spreken. Om het vertrouwen van de kiezers te herwinnen zou hij kunnen beginnen weer met meer ontspanning te spreken.
De stem is iets persoonlijks. De meeste mensen denken echter dat hun stem een gegeven is, waar je niets aan kunt doen. Dat is eigenlijk gek, want bij ons uiterlijk denken we dat niet. Met veranderingen aan ons kapsel, uiterlijk, kleding en lichaamsgewicht sleutelen we voortdurend aan onszelf en wie daarbij geholpen wil worden, kan bij allerlei coaches of trainers terecht.
Ebbink is van mening dat je ook je stem kunt verbeteren. Alleen al het beluisteren van een opname van jezelf kan leerzaam zijn. Dat is trouwens nog behoorlijk schrikken, want eigenlijk kennen wij onze eigen stem alleen maar van binnenuit en opname maakt duidelijk hoe anderen ons horen. De confrontatie met je eigen stem biedt echter de mogelijkheid om het gebruik ervan te veranderen. Spreek je misschien te snel en gaat je stem aan het eind van een zin steeds omhoog, dan komt dat je overtuigingskracht niet ten goede. Valt best iets aan te doen. Met wat technische aanwijzingen van Ebbink en een beetje zelfkritiek moet u een heel eind kunnen komen. En wie daar geen zin in heeft, leest gewoon het boekje en kan zich aan de hand van de vele voorbeelden verlekkeren aan de fijne stemmen van anderen.
Dr. G Breeuwsma is als ontwikkelingspsycholoog verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is tevens redacteur van De Psycholoog. E-mail: g.breeuwsma@rug.nl