Lees verder

In vroeger tijden werden mensen met een psychiatrische aandoening vaak simpelweg in het gesticht gedeponeerd. Maar hoe verging het hun en hun families?

Daarover valt weinig te lezen in de geschiedschrijving van de Nederlandse psychiatrie. Joost Vijselaar tracht deze lacune te vullen en analyseert aan de hand van patiëntendossiers de lotgevallen van patìënten en de sociale mechanismen rond het gesticht tussen 1890 en 1950. Hoe gingen families om met hun ‘krankzinnige’ verwanten, en hoe zag het leven in het gesticht eruit? Vijselaar signaleert een onverwacht grote dynamiek tussen inrichting en samenleving. (JvG)