Log in
Lang geleden hield Nico Frijda een oratie over de vraag: ‘Kunnen mensen denken?’ Zijn antwoord luidde: ‘Een beetje.’ In het tamelijk dunne boekje van Witteman, Claes en Van der Heijden is de vraag naar mogelijkheden om te denken toegespitst op de klinische praktijk. Lukt het hier om cliënten op een deskundige manier te beoordelen? De auteurs geven hun antwoord in iets andere woorden dan Frijda, maar eigenlijk komt het op hetzelfde neer: het lukt een beetje.
Karel Soudijn

Waarom is het voor clinici zo moeilijk om hun cliënten deskundig te beoordelen? Voor een deel komt dit omdat deze deskundigen in een warrige wereld leven. In hun eerste hoofdstuk vatten de auteurs die wereld in één zin samen: ‘Er is voor de klinische psychologie of psychiatrie geen duidelijke definitie van wat normaal of gezond is (…).’ Dit betekent onder meer dat er ook geen stevige basis is voor interventies: gewenste veranderingen zijn de uitkomst van een onderhandeling tussen mensen met hun eigen visies. Interventies behoren weliswaar gebaseerd te zijn op voorafgaande diagnostiek, maar daar heeft de onderhandeling óók betrekking op.

Een heel ander type moeilijkheid zit aan het eind van het proces: het is voor clinici ‘erg moeilijk om feedback te krijgen op hun beslissingen’ (p. 39). Een supervisor of collega kan bijvoorbeeld wel commentaar geven op iemands manier van werken, maar die deskundige weet ook niet goed wat het effect is van allerlei beslissingen en interventies. En dan hebben