Emotieregulatie gaat volgens Nicolai niet over het streven naar geluk, maar over het bereiken van gemoedsrust. Om gemoedsrust te ervaren, moeten mensen in contact staan met hun biologische ritme van rust en opwinding, zichzelf kunnen troosten, emoties als eigen herkennen, en in staat zijn tot mentaliseren. Onveilig gehechte mensen missen één of meer van deze vermogens, dat maakt hen kwetsbaar voor psychopathologie. Mensen met een gereserveerd-vermijdende stijl onderdrukken weer hun emoties waardoor zij een verhoogd risico op lichamelijke klachten hebben. Deze mensen voelen zich sterk en onafhankelijk en hebben niemand nodig. Ook narcisme is dus een manier om emoties te reguleren. In therapie moet de focus liggen op het leren herkennen en uiten van emoties.
Het onderscheid tussen affecten, emoties en gevoelens loopt als een rode draad door het boek heen. Affecten zijn puur lichamelijke reacties die wij delen met alle zoogdieren. Als kinderen tijdens de talloze interacties met hun verzorgers deze affecten leren herkennen en benoemen, worden het emoties.