
We zijn gewend om eenvoudig logisch te redeneren: als-dan. Volgens de Britse psycholoog en psychiater Simon Baron-Cohen is het echter veel interessanter om hier een tussenstap in te lassen: als-en-dan. Het verbindende ‘en’ ziet hij als een toverwoord, omdat dit duidelijk maakt dat we actief iets kunnen doen met een uitgangspositie. ‘Als ik ga roken en ik rook minstens 35 sigaretten per dag, dan…’ Misschien levert dit een heel ander resultaat op dan als ik ga roken en ik rook een afwijkend aantal sigaretten.
Uitvinders, experimentatoren en kunstenaars kenmerken zich door het telkens weer variëren van datgene wat zij bij het voegwoord invullen. En als ze met die variatie hardnekkig doorgaan, dan noemen we hen autistisch.
Baron-Cohen onderscheidt op basis van een grootschalig Brits onderzoek vijf ‘breintypen’. Type E kenmerkt zich meer door empathie dan door de vaardigheid om systematisch te kunnen redeneren. Bij type B zijn die beide kenmerken met elkaar in balans. Type S, degenen die beter kunnen systematiseren, vormt de tegenpool van E.
En de volgende twee? Dat zijn de uitersten: extreem E en extreem S. Wie zeer empathisch is, ziet nauwelijks nog patronen: ‘Als je deze mensen een nieuwe gadget geeft, halen ze het misschien uit de verpakking en leren ze één of twee basisfuncties, maar ze experimenteren er zelden mee om te kijken wat je er verder allemaal mee kan.’
Bij het extreme type S gaat het om mensen die bijvoorbeeld goed zijn in het herstellen van problemen om een systeem efficiënter te maken. Maar ze zijn ook vaak bot.
Waarin verschillen mensen van dieren? Volgens Baron-Cohen zit het verschil in de vaardigheid om systematisch te redeneren. In zijn boek (oorspronkelijk in het Engels verschenen in 2020) onderbouwt hij zijn stelling met een lange reeks argumenten, ontleend aan disciplines die variëren van archeologie en evolutieleer tot neuropsychologie. Verder benadrukt hij een sterke overeenkomst tussen geniale uitvinders en autisten, mensen die volgens hem duidelijk tot het extreme type S horen. We zouden de samenleving zo moeten herorganiseren, dat juist ook de potenties van autisten beter tot hun recht komen.
Tenslotte is Baron-Cohen nieuwsgierig naar wat er gebeurt als je veel mensen van het type S dicht op elkaar laat leven: krijgen ze dan meer autistische kinderen? Een onderzoek in Eindhoven, volgens hem de ‘Silicon Valley van Nederland’, wijst in die richting.