Log in
De kern van het onderzoek naar de Child’s Theory of Mind werd al in 1977 fraai verwoord door Harris die zijn oratie de titel The child as a psychologist meegaf. De kinderlijke ToM gaat dus over het kind als psycholoog. Wellmans klassieke boek over kinderlijke ToM uit 1990 maakte duidelijk dat jonge kinderen in principe beschikken over een naïeve psychologische theorie, waarmee ze medemenselijk gedrag kunnen begrijpen, en dat maakt ze tot toegankelijke gesprekpartners.

Inmiddels is er een onoverzienbare hoeveelheid onderzoeksliteratuur over kinderlijke ToM verschenen, dat in het recente boek van Wellman (2014) is samengevat. Misschien het meest opzienbarend is het onderzoek met eenjarige kinderen, die al blijken te beschikken over meer dan een rudimentaire ToM. We mogen van harte vaststellen dat het kinderbreintje gevuld is met psychologische kennis, zoals aan de peinzende uitdrukking van het kindje op de cover van Wellmans boek goed te zien is. Ook de baby op het omslag van de wetenschappelijke bestseller van het boek van Gopnik heeft een slimme uitdrukking. Ik citeer de volgende zinnen: ‘Vroeger dachten we dat baby’s en jonge kinderen irrationeel, egocentrisch en amoreel waren. Hun manier van denken en ervaren was concreet, heel direct en beperkt. Vandaag de dag weten we, door onderzoek van psychologen en neurowetenschappers, dat baby’s niet alleen veel meer leren, maar ook meer fantasie hebben en nieuwsgieriger en bewuster van hun omgeving zijn dan wij ooit voor mogelijk hielden.