‘Ieder mens doet aan psychologie,’ aldus wijlen Bert Duijker, de Amsterdamse psycholoog die ooit verantwoordelijk was voor de indeling van de verschillende subdisciplines binnen het vakgebied. Hoe doen niet-psychologen die dag in dag uit met mensen werken aan psychologie? In deze aflevering tandarts en gnatholoog Rob Kuypers. ‘Ik behandel angstige patiënten zoals ik iedere patiënt behandel.’
‘Het clichébeeld is: je gaat naar de tandarts, die vraagt hoe het met je is en daar kun je geen antwoord op geven, omdat je met je mond open ligt. Dat zal bij tandarts Rob Kuypers niet gebeuren. ‘Ik praat voor en na de behandeling altijd even met mijn patiënten. Daar neem ik de tijd voor.’ Kuypers probeert bewust een goede band met zijn patiënten op te bouwen. ‘Ik ben soms heel lang bezig om met iemand in contact te komen, ik blijf het proberen.’
Hij kan zich niet voorstellen dat het prettig werkt als iemand zich ongemakkelijk voelt in de behandelstoel. ‘Een goede tandarts is volgens mij iemand die niet alleen een goede vulling kan leggen, maar die je vooral prettig behandelt.’ Wantrouwen werkt contraproductief, gelooft hij. ‘Het kan aan mij liggen, maar ik wil niet dat mensen bang voor me zijn.’
Gaat het goed?
Hoewel hij regelmatig angstige patiënten in zijn stoel heeft gehad, beschouwt hij zichzelf niet als een angsttandarts. Angstpatiënten behandelt hij eigenlijk zoals hij iedereen behandelt. ‘Ik zorg ervoor dat mensen weten wat ik ga doen, ik vraag wel honderd keer per behandeling: gaat het goed? Is het te doen? En tegen kinderen zeg ik: als er iets is, steek dan je vinger op, dan stop ik direct. Zo geef je patiënten enige controle.’
Ook informeert hij zijn patiënten goed over de eventuele gevolgen van de behandeling. Als hij een diepe vulling moet maken, legt hij uit dat de klachten soms enige weken kunnen aanhouden en dat bij heel diepe vullingen de zenuwen kunnen gaan ontsteken. ‘Als dat gebeurt, is dat erg vervelend. Maar het is dan wel voorspeld.’
Zo heeft hij altijd gewerkt, maar ongeveer twaalf jaar geleden wilde hij zich verbreden en zich verder scholen in wat hij het leukste vind aan zijn vak: met mensen omgaan en aan relaties bouwen. Daarom ging hij zich specialiseren in de gnathologie. Een gnatholoog houdt zich bezig met afwijkingen in het kauwstelsel, zoals pijn bij het kauwen of bij het openen van de mond. Hij off ert zijn pauzes er regelmatig voor op en rijk wordt hij er niet van. Soms vragen collega’s wel eens waarom hij dat eigenlijk doet. Zijn antwoord luidt dan dat hij nu eenmaal zo in elkaar steekt
Draaiende boor
Tandartsen gaan doorgaans uit van het biomedische model: als je pijn hebt, ligt daar iets fysieks aan ten grondslag. Over het algemeen zijn tandartsen ook doeners. Als een patiënt pijn heeft, zitten ze al bijna met draaiende boor klaar. Dat is niet altijd goed, want soms heeft de pijn met andere dingen te maken. Ook psychosociale factoren kunnen klachten doen ontstaan of onderhouden. Bij kauwklachten blijkt dat relatief vaak het geval.
‘Als iemand met kauwklachten bij me komt, probeer ik als gnatholoog alle aspecten die met een klacht te maken kunnen hebben, de revue te laten passeren. Ik kijk naar de tanden en kiezen: zijn er ontstekingen, gaatjes of dwarszittende verstandskiezen?’
Verder kijkt Kuypers naar functionele problemen: functioneren kaakgewricht en spieren nog goed? ‘Ik schat in of er mogelijk andere fysieke problemen zijn waar de tandarts niet over gaat, en waarmee ik de patiënt dan naar een andere specialist doorverwijs, bijvoorbeeld een KNO-arts. En ik kijk naar de psychosociale factoren. Ik bespreek met mensen: hoe beïnvloedt de klacht je leven? Heb je kunnen werken? Heb je een druk leven? Ben je de laatste jaren overspannen geweest?’ Daar aandacht aan geven, kan al genoeg zijn, aldus Kuypers. ‘Maar soms moet er een psycholoog aan te pas komen.’
Klemmen
Ooit hoorde hij het verhaal van een patiënt die vreselijke pijn had in de achterste kiezen. De tandarts kon niets vinden, maar wilde iets doen, dus er volgde een wortelkanaalbehandeling. De pijn verdween niet, daarom volgde nog zo’n behandeling bij de kies ernaast. Na in het totaal acht wortelkanaalbehandelingen, bleef de patiënt pijn houden. Uiteindelijk bleek de man ernstige psychosociale problemen te hebben; hij kon niet omgaan met zijn gevoel en klemde zijn kiezen zo hard op elkaar dat hij er last van kreeg. ‘Klemmen heeft bijna altijd te maken met spanning. Misbruik is bijvoorbeeld een vaak voorkomende achtergrond bij kauwklachten,’ aldus Kuypers.
Er gaan stemmen op om als patiënten met kauwklachten komen, altijd een psycholoog in te schakelen. Kuypers is daar voorstander van, hoewel dat juist bij hem misschien niet altijd nodig is. ‘Ik probeer mensen er bewust van te maken dat de problemen mogelijk niet puur fysiek zijn, maar dat er ook een psychosociale kant aan kan zitten.’
En als de problemen dieper zitten, adviseert hij om contact op te nemen met de huisarts of een psycholoog. Want hij hoort soms de ernstigste verhalen. En tja, daar kan hij niet altijd iets mee. Hij blijft immers toch een tandarts.