Een groep Amerikaanse onderzoekers betoogde recentelijk dat de meeste proefpersonen in psychologie-experimenten ‘WEIRD’ zijn: Western, Educated, Industrialized, Rich en Democratic. En laten we wel wezen, de modale proefpersoon in een psychologie-experiment is nu eenmaal achttien tot twintig jaar, blank en vrouwelijk – niet erg representatief voor de bevolking als geheel dus.
Gelukkig is deze situatie aan het veranderen. Experimenten kunnen tegenwoordig via het internet worden afgenomen. Er zijn uiteraard beperkingen – zo heeft niet iedereen thuis een brainscanner staan – maar veel experimenten kunnen probleemloos van het lab naar de online wereld worden vertaald. Veel onderzoekers maken gebruik van Mechanical Turk (MTurk), een website opgezet door boekverkoper Amazon. Onderzoekers plaatsen opdrachten en geïnteresseerden kunnen zich aanmelden om deze, tegen een kleine vergoeding, uit te voeren. Veelal worden de opdrachten geplaatst door bedrijven, maar tegenwoordig ook door sociale wetenschappers. Er zijn vijfhonderdduizend mensen bij MTurk aangesloten. Ze worden Turkers genoemd.
De voordelen van online experimenten zijn enorm. In het lab kost het algauw weken om data te verzamelen van, zeg, vijftig proefpersonen, maar op MTurk kost het je één uur. En waarom stoppen bij vijftig? In een avondje heb je er zo tweehonderd binnen en dus veel meer statistische power. Toen ik mijn eerste experiment uploadde op MTurk, was ik geïrriteerd. De groene voortgangsbalk was na een half uur nog maar halverwege. In mijn ongeduld had ik MTurk al bijna afgeschreven, toen het tot me doordrong: die balk gaf niet aan hoe snel het experiment geladen was maar hoe snel de data binnenkwamen. Honderd proefpersonen in een halfuur, dat haal je in het lab vaak nog niet in een maand!
Turkers zijn bovendien een stuk minder WEIRD dan de typische lab-proefpersoon. Zo loopt de leeftijd van onze proefpersonen van 18 tot 73. Ook variëren de opleidingsniveaus van alleen middelbare school tot gepromoveerden en zijn er verschillende nationaliteiten. Alleen maar positief nieuws dus?
Zoals altijd zit er een addertje onder het gras. De meeste onderzoekers hadden waarschijnlijk hetzelfde beeld als ik: de Turker is een it-werker met wat extra tijd omhanden, een eenzame bibliotheekmedewerker met interesse in onderzoek, of een gepensioneerde die geestelijk actief wil blijven. Mooi toch dat deze mensen nog een kleinigheid kunnen verdienen?
De werkelijkheid is echter grimmiger, zoals bleek uit een artikel in het Amerikaanse tijdschrift The Nation. Veel Turkers hebben het geld echt nodig. Ze verdienen echter een schijntje en zijn soms het slachtoffer van oplichterij. Kortom, het is overduidelijk dat ‘crowd working’ beter gereguleerd moet worden. Maar het blijft een uitkomst voor psychologisch onderzoek.