Lees verder
René Caspers

Een organisatiepsycholoog en lid van het nip doet een onderzoek naar een hbo-instelling die audiovisuele opleidingen (av) aanbiedt, want de opleiding is aan het herstructureren. In zijn rapportage brandt de psycholoog een van de docenten tot op de kootbeentjes af.

 

Old school-leerkracht De docent Programma maken/theorie geluid en muziek is in dienst bij een hbo-instelling, maar hij is een old school-leerkracht binnen de av en geeft nog veel les over de conceptuele wijze van werken. De school zelf wil graag vanuit de praktijk werken, en is daarom aan het reorganiseren. Voor die reorganisatie wordt in moeilijke gevallen een organisatiepsycholoog- nip ingehuurd. Deze schrijft een vernietigend rapport over de werkwijze van de ouderwetse docent. ‘De nadruk op conceptontwikkeling houdt alleen rekening met hele getalenteerde studenten, maar op een hbo moeten – naar de wens van veel studenten – ook praktische vaardigheden binnen de tijd van het curriculum worden geleerd.’ Op basis van het rapport van de organisatiepsycholoog wordt de docent uit zijn functie ontheven en krijgt hij andere taken. De organisatiepsycholoog gaat op de stoel van de docent zitten en begint aan de invulling van de nieuwe, meer praktisch georiënteerde functie.

 

College van Toezicht De docent gaat nu op advies van zijn vakbond een procedure voeren tegen de inhoud van het rapport van de organisatiepsycholoog. De procedure loopt bij het College van Toezicht (nip). Het college oordeelt dat de psycholoog op een aantal onderdelen de Beroepscode heeft geschonden.

Over de juistheid van wat er in het rapport van de psycholoog staat over de persoon en kwaliteiten van de oude docent, kan het CvT geen uitspraak doen, omdat er alleen twee tegengestelde verklaringen waren, zonder enig verder bewijs voor het gelijk van de psycholoog of het gelijk van de docent. Daarom kan het CvT geen uitspraak doen over de inhoud, maar wel over de zorgvuldigheid. Dat feit plus dat de psycholoog op de stoel van de docent is gaan zitten, leiden tot een klachtprocedure die de docent op een aantal punten in het gelijk stelt. In de uiteindelijke procedure waar het erom gaat of iemand ontslagen moet worden, heeft het rapport van het CvT echter geen enkele invloed, ondanks de schending van de Beroepscode.

 

Toch terecht ontslagen Kom je ermee weg als organisatiepsycholoog? De kantonrechter in Breda oordeelt: ‘De enkele omstandigheid dat [naam organisatiepsycholoog] de voor hem geldende beroepscode op onderdelen heeft geschonden, brengt niet mee, dat de betreffende passages (over de persoonlijkheid van de docent) onjuist zijn.’ De werkgever had het ontslagbesluit dus wél op de psychologische rapportage mogen baseren. Zeker nu daaruit blijkt dat de werknemer de herstructurering op school door zijn houding in de weg staat.

 

Conclusie De kantonrechter kijkt terecht naar de inhoud en niet naar de vorm. Dat houdt in dat je als psycholoog-nip altijd zorgvuldig moet optreden volgens de Beroepscode, maar wat een derde (bijvoorbeeld een rechter) met de inhoud van het rapport doet, is de verantwoordelijkheid van die derde en niet van de psycholoog-nip. Mr. René Caspers is zelfstandig gevestigd advocaat in Amsterdam en oud-bedrijfsjurist van het nip.