Lees verder
Richta IJntema

Op 14-15 december 2010 vond het ‘1st International Congress of Coaching Psychology 2010-2011’ plaats aan de City University London. Tussen de ruim 250 deelnemers bevonden zich vier Nederlanders. Gezien de populariteit van coaching in Nederland, verbaast Richta IJntema zich over deze lage vertegenwoordiging. Veel psychologen in Nederland lijken (nog) niet bekend met coachingpsychologie. Volgens Richta de hoogste tijd dat hier verandering in komt. Zij doet verslag van een uniek internationaal evenement.

Ook al doet de titel dit wel vermoeden, toch is het ‘1st International Congress of Coaching Psychology’ niet het allereerste internationale coachingpsychologiecongres. Het ‘echte’ eerste vond plaats in 2006 in Londen onder de titel ‘First International Coaching Psychology Conference’. Dit ‘tweede’ eerste congres dankt zijn naam vooral aan het unieke karakter van het evenement. De twee dagen in Londen zijn slechts de eerste twee dagen van een reeks congresdagen die gedurende het komende jaar onder de titel ‘1st International Congress of Coaching Psychology 2010-2011’ over de hele wereld zal plaatsvinden: in maart 2011 in Zwitserland, 8 april 2011 in Zweden, 26-27 mei 2011 in Zuid-Afrika, 18 juni 2011 in Ierland, in het najaar in Israël en Spanje. Doel van dit doorlopende congres is het bijeenbrengen van de zeer snel groeiende internationale coachingpsychologiegemeenschap om theorie, onderzoek en praktijk te delen en om de ontwikkeling van coachingpsychologie als professie wereldwijd te stimuleren. Om deze ambitie waar te maken, is in 2009 een internationale stuurgroep in het leven geroepen (Coaching Psychology Congress) met vertegenwoordigers uit diverse landen. Sinds december vertegenwoordig ik Nederland in deze stuurgroep. Bedoeling is om in 2012 een coachingpsychologiecongres in Nederland te organiseren.
Dit congres is niet alleen uniek vanwege het doorlopende karakter van het evenement. In Londen was ook het format bijzonder. Elke congresdag was opgedeeld in vijf sessies en voor elke sessie kon je als deelnemer kiezen uit zes onderdelen, waaronder het bijwonen van een keynote, paperpresentaties, een workshop of een masterclass. Dit maakte het congres niet alleen aantrekkelijk voor wetenschappers, maar ook voor ‘practitioners’, die dan ook in groten getale aanwezig waren. Wel leidde dit format bij registratie tot enige keuzestress onder de deelnemers. Hoe boeiend je eigen sessie ook was, je had ergens het gevoel een andere bijzondere sessie te missen. Gelukkig waren er de ruime pauzes en het diner om bij te praten met andere deelnemers en ervaringen en opgedane kennis uit te wisselen.

Keynotes
Uit de onderwerpen van de keynotes valt af te leiden hoe divers en veelomvattend het terrein van coachingpsychologie is: ‘coaching for wisdom’ (Julie Allan), ‘attachment theory and narrative coaching’ (David Drake), ‘coaching psychology and complexity’ (David Lane en Michael Cavanagh), ‘coaching for diversity’ (Ho Law), ‘coaching psychology and positive psychology’ (Alex Linley), ‘leadership coaching’ (Jonathan Passmore), ‘coaching psychology in Australia’ (Peter Zarris), ‘coaching psychology in an international context’ (Siobhain O’Riordan), ‘health, wellbeing, and stress coaching’ (Stephen Palmer) en ‘a critical approach to coaching psychology’ (Alison Whybrow). In het decembernummer van The Coaching Psychologist (Palmer & O’Riordan, 2010) zijn interviews met deze keynote-sprekers te lezen. Zij zijn vooral afkomstig uit de landen waar coachingpsychologie groot geworden is: Groot-Brittannië en Australië. Deze landen hebben al een afdeling ‘coaching psychology’ aan respectievelijk de City University of London en de University of Sydney met elk een eigen master in coachingpsychologie. De Britse en Australische Psychological Society kennen ook een erkende coachingpsychologiegroep met een eigen wetenschappelijk tijdschrift: de reeds genoemde The Coaching Psychologist (sinds 2005) en de International Coaching Psychology Review (sinds 2006). Kortom: de status van de psycholoog als coach is in deze landen hoog. Hoger dan in veel andere landen, waaronder Nederland.

Masterclasses
Zelf heb ik naast keynotes vooral masterclasses gevolgd. Elke masterclass omvat twee sessies van negentig minuten en biedt naast kennisoverdracht, ook ruimte voor toepassing van kennis en dialoog.
In de masterclass ‘psychometrics in coaching’ (Almuth McDowall, zie Passmore, 2010) werd de waarde van het gebruik van assessments in coaching ter discussie gesteld en werden actueel onderzoek en recente ontwikkelingen op een rijtje gezet, zoals kortere assessments, het gebruik van kant en klare competentiemodellen, het ontwikkelingsgericht gebruiken van assessments en de verificatie van online assessments. Tijdens deze masterclass bleek maar weer eens dat dit onderwerp toch vooral voor- of tegenstanders trekt. Er lijkt geen middengroep te bestaan.
Omdat het bij coaching in de eerste plaats gaat om het creëren van een veilige omgeving, liet David Drake ons in zijn masterclass ‘Four fases of change from an attachment theory perspective’ zien wat we in dit opzicht kunnen leren van hechtingstheorieën (Drake, 2009). Iedere cliënt heeft een eigen verhaal (‘narratief’) rondom hechting dat van invloed is op het coachingproces en dat je kunt exploreren.
David Linley illustreerde in zijn masterclass ‘Strength coaching and goal setting’ hoe je een cliënt, via inzicht zijn/ haar kwaliteiten (bijvoorbeeld gemeten met de Realise2, zie Cappeu) nog beter kunt ondersteunen in het bereiken van doelen (Linley, Willars & Biswas-Diener, 2010).
Cavanagh en Lane bespraken in hun masterclass ‘Coaching and the demands of complex times’ de beperkingen van een lineaire empirische benadering van coaching (Cavanagh, 2006). Zij argumenteren dat deze benadering niet op alle coachingvraagstukken toepasbaar is en presenteren een model waarin ook ruimte is voor chaos en zelforganisatie.

Omdat er geen sessies waren waar alle deelnemers bij aanwezig waren, is het moeilijk om een algehele conclusie te trekken over dit congres. Wel valt uit dit verslag op te maken dat coachingpsychologie een relatief jong toepassingsgebied is binnen de psychologie en voor de enorme uitdaging staat om de praktijk van coaching van ‘evidence’ te voorzien en de unieke bijdrage van psychologen aan coaching zichtbaar te maken. Dit congres is een stap in de goede richting. Nu nog zorgen dat Nederland massaal aanhaakt!
De psycholoog die geïnteresseerd is in coachingpsychologie kan zich aanmelden bij de LinkedIn groep ‘Coaching Psychologie Nederland’ en zo de ontwikkelingen volgen en meediscussiëren.

Mw drs. R. IJntema is werkzaam bij de afdeling Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast heeft zij een eigen bedrijf met de naam ‘Coachpunt’. E-mail: r.ijntema@uu.nl.

Literatuur

  • Cavanagh, M. (2006). Coaching from a systemic perspective: a complex adaptive conversation. In D.R. Stober & A.M. Grant (Eds.), Evidence Based Coaching Handbook: Putting Best Practices to Work for Your Clients (p. 313-354). Hoboken, nj: John Wiley & Sons.
  • Drake, D.B. (2009). Using attachment theory in coaching leaders: the search for a coherent narrative. International Coaching Psychology Review, 4, 49-58.
  • Linley, A., Willars, J. & Biswas-Diener, R. (2010). The strengths book: be confident, be successful, and enjoy better relationships by realising the best of you. Coventry, England: capp Press.
  • Palmer, S. & O’Riordan, S. (2010). Highlighting the psychology in coaching: interviews with the keynote speakers from the UK-hosted event of the 1st International Congress of Coaching Psychology. The Coaching Psychologist, 6, 106-120.
  • Passmore, J. (Ed.) (2008). Psychometrics in coaching: using psychological and psychometric tools for development. Londen: Kogan Page.