Lees verder
Geertje Kindermans

De samenleving lijkt nauwelijks nog tolerantie op te kunnen brengen voor afwijkende groepen zoals pedofielen. Maar ‘ze allemaal opsluiten’ is net als ‘ze allemaal het land uitzetten’ geen alternatief. De studiedag Pedofilie – van taboe naar therapie ging over de vraag hoe deze groep geholpen kan worden. Aan je verlangens kun je weinig veranderen, maar je bent wél verantwoordelijk voor je gedrag, vernam Geertje Kindermans omtrent het dilemma van de pedofiel.

Jan Hendriks, hoogleraar forensische psychologie bij De Waag, houdt de gratis krant Spits in de lucht. ‘Dit is mijn belangrijkste vakliteratuur,’ zegt hij. Hendriks was een van de sprekers op de studiedag Pedofilie – van taboe naar therapie van organisator Medilex die op 30 oktober jl. werd gehouden in de Winkel van Sinkel in Utrecht.
Pedofilie duikt regelmatig op in de kranten; berichten over aangehouden pedofielen, over pedofielen die al dan niet mogen terugkeren naar hun huis, over gevonden kinderporno, over de geruchtmakende zaken als die van Robert M. en Benno L. En niet te vergeten de berichtgeving over misbruik in de kerk en de jeugdzorg.
Ook op deze studiedag staan er een aantal berichten in Spits, waaronder een stukje over een opgepakte vrouwelijke pedofiel en een bericht over virtuele kinderporno, wat een mogelijk uitlaatklep voor pedofielen zou kunnen zijn. In de zaal zitten veel hulpverleners, seksuologen en ook reclasseringswerkers.

Heterogeen
Gedurende de ochtend komen basale vragen aan bod, waarvan de belangrijkste luidt: wat verstaan we onder een pedofiel? Daarop is al meteen geen eenvoudig antwoord te geven; pedofielen vormen een heterogene groep.
In de meest zuivere vorm gaat het om iemand met een exclusieve voorkeur voor seksuele activiteiten met kinderen (tot dertien jaar volgens de dsm-iv; elders, waaronder de dsm-5, worden andere leeftijdsgrenzen gehanteerd). Bovendien moet hij (en soms zij) een emotionele relatie aangaan met een of meer kinderen. Een pedofiel is één met de kinderen, aldus forensisch klinisch psycholoog Daan van Beek.
Pedofilie is niet strafbaar. Gaat een pedofiel over tot handelen naar zijn geaardheid, dan wordt hij een pedoseksueel. En pedoseksualiteit is wél strafbaar. Dat handelen kan zijn dat hij naar kinderporno kijkt of dat hij seksuele handelingen verricht met een of meer kinderen. Een deel van de pedofielen doet beide.
En hier wordt het ingewikkeld, want niet iedere kijker naar kinderporno is pedofiel. Zo zijn er zogenoemde ‘alleseters’, mensen die diverse soorten porno downloaden waarbij ze in de loop van de tijd steeds extremer worden en bij seks met dieren en kinderen terechtkomen. Er zijn veel ‘kijkers’ die een relatie met een volwassene hebben en dus geen pedofiel in zuivere vorm zijn. En veel misbruikplegers binnen de katholieke kerk en de jeugdzorg zijn waarschijnlijk geen pedofiel. Het is meer dat ‘de gelegenheid de dief maakt’.

Open en closed traders
Suzanne Heerdink, onderzoeker bij Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel, houdt zich onder meer met kinderporno bezig. Zij redeneert vanuit het strafrecht en hanteert een andere indeling.
De grootste groep bestaat waarschijnlijk uit de simpele kijkers van kinderporno. Dit zijn ‘de sukkels die gepakt worden’, omdat ze ‘geen idee hebben hoe ze zich moeten beveiligen’. Sommigen betalen met hun creditcard om commerciële kinderporno te kunnen bekijken. Dan kun je bijna overwegen even bij het politiebureau langs te gaan om jezelf aan te geven. Daarnaast heb je de open traders. Die bekijken niet alleen kinderporno, maar bieden het materiaal ook op internet aan. Ze doen dit doorgaans op een onbeveiligde manier. De closed traders zijn met hen vergelijkbaar, maar beveiligen zich beter en vormen vaak kleine afgesloten groepjes.
En tot slot zijn er de experts van het niveau van Robert M. Dit is een groep mensen die kinderporno maken en verspreiden. Ze weten zich heel goed te beveiligen, zijn via internet nagenoeg niet te traceren en nauwelijks op te pakken.
Het is dat Robert M. zijn wachtwoorden prijsgaf, anders was de politie machteloos geweest. Het had volgens deskundigen eeuwen kunnen duren om zijn computer te kraken, aldus Heerdink. ‘Hoe groot deze groep experts is, weten we niet, maar ze zitten diep in de kinderporno.’

Onveranderlijk
Pedofilie is net als andere seksuele voorkeuren in de hersenen vastgelegd, stelt hersenwetenschapper Dick Swaab in zijn presentatie. Daarbij zullen ze vaak een voorkeur hebben voor een bepaalde leeftijdscategorie, zoals nul tot vijfjarigen, zes- tot tienjarigen en elf tot zestienjarigen. Swaab noemt pedofilie overigens liever oriëntatie dan preferentie.
Over hoe groot de groep pedofielen is en hoe breed de leeftijdscategorie waarop die pedofielen zich oriënteren, is volgens Swaab niet veel bekend. Onderzoek doen naar deze groep is bovendien heel lastig. Want als ze niet met justitie in aanraking komen, komen pedofielen niet gemakkelijk voor hun gevoelens uit.
Over de behandeling is Swaab net als de andere deskundigen niet optimistisch. Pedofielen kunnen met hun gevoelens leren omgaan, kunnen hun gedrag in de hand leren houden. Maar de seksuele voorkeur veranderen is, zoals dat ook geldt voor homoseksualiteit, transseksualiteit en heteroseksualiteit, niet mogelijk.

Kernlid
Blijven de thema’s in de ochtend vrij basaal, ’s middags gaat het vooral over manieren om pedofielen te helpen. Ze niet leren hun geaardheid te veranderen, maar ze leren omgaan met hun gevoelens. Er niet aan toegeven dus. Hoe valt te voorkomen dat ze (nog een keer) de fout in gaan? De vvd-verkiezingsposter ‘Meeleven met slachtoffers, niet met daders’ komt een paar keer langs. De slogan sluit dan wel aan bij de huidige tijdsgeest, in het geval van pedofilie is het geen vruchtbare benadering.
Forensisch psycholoog Hendriks komt aan de hand van een aantal belangrijke criminologische theorieën met diverse aanbevelingen. Als iemands binding met de samenleving sterker is, wordt de drempel hoger om afwijkend gedrag te vertonen. Oneerlijke behandeling en een grotere spanning in het leven, hangen samen met het toenemen van afwijkend gedrag. En tot slot worden pedofielen gevaarlijker naarmate ze vaker gestigmatiseerd worden.
Beter dan ze stigmatiseren, kun je pedofielen proberen te helpen. Er zijn de laatste jaren een aantal initiatieven ondernomen, zoals Cosa: Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid. (Deze wat onnavolgbare naam is uit het Engels vertaald: Circles of Support and Accountability – en dat klinkt al een stuk beter.) Ook dat haalde de kranten.
Jeanne Caspers, beleidsmedewerker van Cosa Nederland, legt uit wat het project inhoudt. Het is de bedoeling dat zedendelinquenten niet nogmaals de fout ingaan. Elke zedendelinquent krijgt daartoe een cirkel van vier of vijf vrijwilligers om zich heen. Zij worden ondersteund door een aantal beroepskrachten. Dit netwerkje moet de delinquent – het ‘kernlid’ in Cosa-termen – ondersteunen, ermee samenwerken, zijn gedrag monitoren. Ze moeten hem eventueel op zijn gedrag aanspreken en als het dreigt mis te gaan, moeten ze alarm slaan.
Ondanks aanvankelijke grote scepsis in de samenleving, blijkt het project zeer succesvol. De recidive bij Cosa-deelnemers is ruim zeventig procent lager, zo blijkt uit onderzoek.

Laagdrempelig
Stop it Now! is een ander project om pedofielen die met hun gevoel worstelen te helpen. Jules Mulder, voorzitter van het project en psycholoog bij psychiatrische kliniek De Waag, geeft uitleg over zijn project. Stop it Now! is een telefonische hulplijn voor pedofielen die worstelen met hun gevoelens. Aangezien dat in de huidige maatschappij moeilijk te verkopen is, luidt de ondertitel Voorkom seksueel kindermisbruik. Behalve pedofielen kunnen ook naasten die zich zorgen maken en professionals er terecht.
Fran Henry, zelf slachtoffer van seksueel kindermisbruik, is in 1992 met de hulplijn in de Verenigde Staten begonnen. In april 2012 is de hulplijn in Nederland gestart. Pedofielen lopen vaak jaren met hun gevoelens rond voor ze in actie komen. De hulplijn is een laagdrempelig initiatief om pedofielen te helpen de grens naar pedoseksueel gedrag niet te overschrijden. Ze kunnen anoniem bellen naar het informatienummer. En als er noodzaak toe is, worden ze doorverwezen naar therapeuten van De Waag die – nog steeds anoniem – gesprekken met hen voeren. Deze zorgen er eventueel voor dat de beller een verwijzing krijgt voor een forensische poli ergens in Nederland. Dan is het niet meer anoniem, maar de verwijzing wordt gedaan door psychiaters die bij Stop it Now! zijn aangesloten. De beller hoeft er dus niet voor naar zijn eigen huisarts.

Angst
Ook het aanbieden van virtuele kinderporno passeert meerdere malen de revue. Erik van Beek, een van de twee seksuologen die er in de pers een pleidooi voor deed (Trouw, 29 oktober 2012 ), zit in de zaal. Volgens hem kan virtuele kinderporno een uitlaatklep zijn voor pedofielen, waardoor het niet mis hoeft te gaan en er minder kinderen slachtoffer worden. Bovendien zou het de markt een slag kunnen toebrengen.
Op dat initiatief wordt met gemengde gevoelens gereageerd. Voor een deel is de weerstand emotioneel: dat doe je niet met kinderen, het mag niet. Vakgenoten zijn ook bang dat het de lust zal opwekken en dat het uiteindelijk zal leiden tot de behoefte aan meer.
Dat is evenwel angst, aldus Swaab, en daar moeten we ons niet door laten leiden. En dat is ook precies de reden om het toe te laten, vindt hij, want dan kan het effect worden onderzocht. ‘Het taboe moet eraf, we moeten wetenschappelijk vaststellen wat de effecten ervan zijn.’