De auteurs van dit boek interviewden 25 personen die ervaring hadden met een narcistische partner. Deelnemers werden geworven via mond- tot-mondreclame en een advertentie in een dagblad. Onderwerp van gesprek was het hele scala aan ervaringen in de relatie met een narcist, vertaald in 25 vragen die de geïnterviewde van tevoren kreeg opgestuurd. De vragen kunnen we ordenen in een beperkt aantal onderwerpen. Waarom was de ander zo aantrekkelijk als partner, waar ging het fout, en hoe kijkt de geïnterviewde terug op de voorbije jaren? Nog korter: wat maak je mee als je een tijdlang met een narcist samenleeft?
Spraken de geïnterviewden echt steeds over iemand met een narcistische persoonlijkheidsstoornis? Dat beoordeelden Alice Vlottes en Daan Wienke door de meeste gespreksverslagen voor te leggen aan een expert en door criteria uit vakliteratuur toe te passen. Bij slechts twee van de 25 interviews maken zij enig voorbehoud: hier was nog veel meer aan de hand dan narcisme.
De vragen uit het interview waren vooral ook gericht op het procesverloop in persoonlijke relaties. Over dat proces hadden de onderzoekers van tevoren al een duidelijk idee. De verkregen antwoorden gebruikten zij om dat idee inhoudelijk in te vullen. Na een inleiding en een algemene beschouwing over narcisme vertellen Vlottes en Wienke in enkele korte hoofdstukken hoe de geïnterviewden ingesponnen raakten en zich uiteindelijk toch los konden maken uit het web van hun partner. Die hoofdstukken bestaan voor een belangrijk deel uit interviewcitaten.
Narcisten pakken andere mensen in door hun charme, maar bekommeren zich uiteindelijk nauwelijks om je.
De boodschap is duidelijk. Trouw nooit met een narcist, want het loopt altijd verkeerd af. Die boodschap zit al verpakt in hoe de geïnterviewden werden geworven, want slechts weinig mensen zullen geneigd zijn een prettige levenspartner met het etiket ‘narcist’ op te zadelen. In hun algemene hoofdstuk over narcisme benadrukken de auteurs weliswaar dat dit begrip gradaties kent, maar die zien we in de antwoorden op de vragen nauwelijks terug.
Tegen het einde van hun boek geven de auteurs een flink aantal adviezen aan partners van narcisten. Ook deze adviezen baseren ze op de afgenomen interviews. Wie gecharmeerd raakt van een narcist, zou eens door moeten vragen naar diens verleden en naar diens exen, ‘hoewel het je heel veel moeite zal kosten om het juiste verhaal te horen’. Ook is het handig te kijken hoe de ander zich gedraagt als je ziek bent. Wie besluit om tóch te blijven samenleven met een narcist, krijgt als advies: ‘Verwacht niet dat je relatie met de narcist beter wordt: dit is wat het is en het wordt niet beter. De kans is groter dat het slechter wordt.’ En wie een narcistische partner wil veranderen, moet weten dat het nooit lukt. Dit boek lijkt op een paddenstoelengids waarin vooral één giftige soort wordt beschreven. We zijn gewaarschuwd.