Lees verder
Hoe is de band tussen familieleden die beiden als psycholoog werken? Het NIP laat moeders, dochters, vaders en zonen aan het woord over hun gespreksstof, relatie en familiedynamiek. In deze editie: vader René Ravenhorst en zijn dochter Rosa Ravenhorst.
Nederlands Instituut van Psychologen

‘Vroeger wilde ik vooral géén psycholoog worden, omdat mijn vader dat al was’, zegt gz-psycholoog Rosa Ravenhorst. ‘Maar gelukkig ben ik dat nu wel.’ Vader René Ravenhorst, arbeids- en organisatiepsycholoog: ‘We refl ecteerden in het gezin ook wel veel. Ik kan me voorstellen dat je dat als kind op een gegeven moment zat bent, en ook gewoon ondoordacht en naïef dingen wilt doen.’

Wat vinden jullie het leukste aan jullie werk?

Rosa: ‘Ik werk met kinderen en jongeren en vind het waardevol hen te helpen zichzelf beter te snappen. Of om ze te laten inzien dat ze niet gek zijn. Bij jonge mensen kun je ook nog veel bereiken – zij hebben minder ingesleten patronen dan volwassenen.’

René: ‘Er zit een soort mysterie in de psychologie. Dat vind ik mooi. We begrijpen onszelf voor een groot gedeelte niet. En anderen trouwens ook niet. Na jaren ervaring voel ik anderen in hun keuzes denk ik ook vaak maar nét iets beter aan, dan dat ze zichzelf begrijpen. En ik vind het leven nog steeds soms moeilijk te ‘vatten’. In mijn tienerjaren las ik veel boeken over psychologie, waar ik niets van begreep, maar die ik wel prachtig vond. En zo gaat het eigenlijk nog steeds.’

Rosa: Lachend: ‘’Ja, hij leest veel ingewikkelde boeken over psychologie.’

Wat zijn raakvlakken in jullie werk?

René: ‘Ik leer van Rosa van alles over de moderne inzichten uit de psychologie. Bijvoorbeeld uit de biopsychologie, of over EMDR en cognitieve gedragstherapie. Toen ik studeerde stond dat allemaal nog in de kinderschoenen.’

Rosa: ‘We hebben het ook over dynamieken op de werkvloer en over de teams binnen de ggz waarin ik gewerkt heb en over hoe dat beter zou kunnen.’

René: ‘De ggz kan wel wat meer A&O-psychologie gebruiken. Veel managers en hulpverleners in organisaties redeneren, naar mijn idee, te veel vanuit pathologie. Hulpverleners zien bijvoorbeeld snel parallelprocessen met hun cliënten, terwijl zij doorgaans zelf gewoon gezond zijn.’ ‘Nog iets anders waarin we elkaar vinden: de laatste tijd houd ik me bezig met de effecten van vroege hechting op de rest van het leven. Ik zie bijvoorbeeld dat Rosa kinderen echt kan helpen, terwijl ik in mijn werk juist veel volwassenen tegenkom die deze hulp nooit gehad hebben en echt moeite hebben zichzelf staande te houden in bepaalde werksituaties.’

Rosa: ‘Ja, zo kan ik heel blij worden van intensieve traumabehandelingen. Het is gaaf om te zien dat een kind relatief snel geen last meer heeft van zijn of haar PTSS. En dat het daarna beter gaat met het hele gezin en het kind zich weer gaat ontwikkelen, bijvoorbeeld door beter te slapen omdat er geen nachtmerries meer zijn. Hij of zij krijgt vaak ook meer zelfvertrouwen en ontwikkelt zijn of haar identiteit verder.’

René: ‘Dat is trouwens óók de magie van het vak. Wat gebeurt er nu dat EMDR een trauma kan wegnemen en een kind weer verder kan? Dat intrigeert me, al ben ik ook kritisch. Blijft het effect bijvoorbeeld overeind op de lange termijn?’

Rosa: ‘Ja, dat zijn interessante kritische vragen. Ik denk dat als je EMDR inbedt in een goede behandeling die uit meerdere elementen bestaat en waarin de therapeut een goede relatie heeft met de client, er weinig tegen de therapie in te brengen valt. Maar ik moet ook zeggen dat ik tijdens mijn gz-opleiding heb ingezien hoeveel ik eigenlijk nog niét weet. Bijvoorbeeld over de lange termijneffecten van bepaalde behandelingen. En daarnaast is het denk ik vooral goed om kritische geluiden in je op te nemen en daarover met elkaar te discussiëren.’

René: ‘Ja, daar word je als therapeut juist alleen maar beter van. En de therapie uiteindelijk ook.’

Rosa: ‘Al kan ik me ook wel irriteren aan discussies op LinkedIn hoor. De toon kan daar zo fel zijn, dat die de inhoud soms verdoezelt.’

Is het soms ingewikkeld om beiden als psycholoog te werken?

René: ‘Ik heb een sombere kant – die me misschien ook juist richting de psychologie heeft gebracht – en voor mij blijft de vraag: wat deel ik daarover met Rosa en wat niet? Ik wil haar er niet onnodig mee belasten. Maar juist omdat zij als professional een gefocuste empathie heeft ontwikkeld en goed kan luisteren – en natuurlijk omdat ze mijn dochter is – kan ze heel dichtbij komen. En het is verlichtend erover te praten. Depressies bestrijd je immers meestal ook met pillen en praten.’ ‘Er zijn trouwens ongeveer één miljoen depressievelingen in Nederland die pillen slikken. Dat is veel. Toch vraag ik me af hoeveel rekening daar nu mee wordt gehouden in het dagelijks leven. In die zin staat de psychologie toch een beetje aan de zijkant van de samenleving. Maar dat terzijde.’

Rosa: ‘Mijn generatie praat, denk ik, wel meer over psychische kwetsbaarheden.’

‘Het heeft geen zin eindeloos mee te zitten snappen en voelen’

Rosa

Wat leren jullie van elkaar?

René: ‘Naast de nieuwste inzichten uit de psychologie heb ik door Rosa ook de verschillende lagen in de psychologie herontdekt. Dus dat er naast rationaliteit en verwoording ook ruimte moet zijn voor ervaringen en emoties. Het leven draait niet enkel om alles proberen te begrijpen, maar ook om ervaren en voelen.’

Rosa: ‘Tijdens de gz-opleiding heb ik inderdaad geleerd dat ik persoonlijk wat meer bezig mag zijn met wat ik voel.’

René: ‘Ja, en nu neem je er ook de tijd voor door te stoppen met een baan waar je niet supergelukkig van werd. Daar heb ik bewondering voor. Die ruimte heb ik zelf nooit genomen.’

Rosa: ‘Ik heb van mijn vader geleerd dat het goed is anderen soms te confronteren. Het heeft geen zin eindeloos mee te zitten snappen en voelen. Dan verandert er niets. Ook heb ik op een eerdere werkplek verhitte vergaderingen meegemaakt waarin emoties hoog opliepen. Na zo’n vergadering kun je je niet meer focussen op je cliënten. Het was fijn er dan met mijn vader over te praten. Hij legde het ook terug en vroeg: “Wat ga jij doen?” Het is makkelijk om alles over je heen te laten komen en in de slachtofferrol te kruipen, maar je bent zelf natuurlijk ook onderdeel van die dynamiek. En ik vind het trouwens erg bewonderingswaardig dat mijn vader zo hard werkt en liefdevolle relaties heeft, terwijl hij tegelijkertijd soms ook lastigere periodes heeft.’