Lees verder
Caroline Janssen

Van 8 tot en met 11 februari jl. vonden in Zwitserland ‘de Davos Sessies 2012’ voor de Nederlandse medische psychologie plaats. Tijdens het congres is stilgestaan bij de positionering van de medische psychologie binnen ziekenhuizen. Via plenaire lezingen en diverse workshops is verdieping gegeven aan allerlei onderwerpen. Een impressie.

Davos is niet zomaar een mooie rustgevende plek voor een congres. Thomas Mann beschrijft in 1924 al de heilzame werking van deze wintersportplaats voor longpatiënten in zijn roman Der Zauberberg. Het Nederlands Astmacentrum Davos (nad) is er gevestigd, waaraan de congresgangers een bezoek mochten brengen. Lous Rijssenbeek-Nouwens, longarts en werkzaam in het nad, gaf een presentatie over astma en het nad, met name over de meerwaarde van het multidisciplinair behandelen.
Tijdens de rondleiding zagen wij tot onze verbazing vloerbedekking in de huiskamer van de patiënten. Er blijkt hier echter geen huisstofmijt voor te komen: Davos ligt op ruim vijftienhonderd meter hoogte in de Zwitserse bergen en de lucht is droog.
Ook zijn er nauwelijks andere stoffen in de lucht, zoals pollen of bepaalde schimmelsporen, waarvan mensen allergische of astmatische reacties kunnen krijgen.
Davos is voor volwassenen en kinderen met ernstige astma een plek om letterlijk op adem te komen. Het uiteindelijke doel is leren grenzen te verleggen en leren grenzen te bewaken, voor een gezondere toekomst. De medisch psycholoog speelt hierbij een belangrijke rol.

Douane
Dat het belangrijk is dat de medische psychologie van zich laat horen, moge blijken uit het voorval dat Wim Wierenga, voorzitter van de Landelijke Vereniging van Medische Psychologen (lvmp) en werkzaam als klinisch psycholoog in het Meander Medisch Centrum te Amersfoort, meemaakte bij de Zwitserse grens. De douanebeambte vroeg hem wat hij in Zwitserland kwam doen. Na een ongetwijfeld nauwkeurige en zorgvuldige uitleg reageerde de douanier verbaasd: hij wist niet dat er psychologen in ziekenhuizen werkten!
Waarom die er werken maakte Judith Prins, hoogleraar medische psychologie bij het umc St. Radboud Nijmegen, direct al goed duidelijk in haar plenaire openingslezing. Zij sprak over nieuwe psychologische interventies voor patiënten met borstkanker, gericht op het voorkomen van psychische problemen in de herstelfase. In deze nieuwe interventies staat het psychisch en sociaal functioneren van patiënten met borstkanker centraal.
De lezing vond een goed en kritisch gehoor onder de aanwezigen. Daarmee was de toon voor een levendig congres gezet.

Krachten en klachten
In de tweede plenaire lezing sprak Gerben Sinnema, emeritus hoogleraar medische psychologie en voorheen werkzaam in het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht, over het opgroeien van een kind met een chronische aandoening of handicap. De stelling ‘hoe jonger het kind een aandoening accepteert, des te voorspoediger verloopt de ontwikkeling’, leidde tot een levendige discussie. De conclusie luidde duidelijk dat deze stelling onjuist is. Acceptatie is geen eenmalig proces maar hangt samen met de levensfase van het kind. In elke fase komt het kind of de jongere zijn of haar aandoening op een andere manier weer tegen en staat het voor de opgave deze opnieuw te accepteren. Ondersteuning van de ontwikkeling van chronisch zieke kinderen behoort tot de taken van de medisch psycholoog.
Prins en Esther Meijer-van den Bergh, eveneens klinisch psycholoog en werkzaam in het umc St. Radboud Nijmegen, sloten met hun workshop hierop aan. Zij lieten zien dat bij zieke kinderen de zorglijn van de ouders en de ontwikkelingslijn van het kind dicht naast elkaar lopen, in plaats van steeds verder van elkaar af zoals bij een normale ontwikkeling. Een ziekte geeft stagnatie in de normale ontwikkeling van een kind. Maar de ziekte kan ook bij ouders stagnatie geven in de opvoedingstaken. Zoek naar de balans tussen krachten en klachten en kijk vanuit ontwikkelingsbelemmeringen en niet vanuit psychopathologie, gaven Prins en Meijer-van den Bergh ons mee.

Niet-aangeboren hersenletsel
Tijdens een van de workshops nam Ellen Rijper, gz-psycholoog en kinder- en jeugdpsycholoog nip en werkzaam in het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven, ons op beeldende en boeiende wijze mee naar de multidisciplinaire behandeling van waarneembare onverklaarde lichamelijke klachten van kinderen en jeugdigen in de ziekenhuissetting zoals beschreven in de richtlijn van de paz (Psychologen Algemene Ziekenhuizen). De psycholoog kiest hier voor een klachtgerichte aanpak met een sterk autoriteitsaspect, waarbij een belangrijk rol voor de fysiotherapeut is weggelegd. Rijper maakte duidelijk dat deze behandeling in de ziekenhuissetting heel goed kan en een sterk uitgangspunt vormt voor herstel van velerlei onverklaarde lichamelijke klachten.
Coralie Fuchs, orthopedagoog in opleiding tot gz-psycholoog en werkzaam in het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht, sprak over een chronisch medische aandoening vanuit het gezichtspunt van de adolescent. Zij liet ons tijdens de workshop kennismaken met de Zelf Konfrontatie Methode (zkm). Deze methode geeft jongeren een actieve en gelijkwaardige rol in het leren omgaan met ontwikkelingsvragen. Het is een middel om op relatief korte termijn veranderingen in de praktijk te bewerkstelligen. De aanwezigen werden uitgenodigd de proef op de som te nemen: de reacties waren onverdeeld enthousiast.
Henk Eilander, klinisch neuropsycholoog, sprak over gestoord gedrag bij jeugdigen na ernstig nietaangeboren hersenletsel (nah). Dergelijk letsel kan invloed hebben op het lichamelijk en cognitief functioneren en op gedrag en de persoonlijkheid. Hij benadrukte in een (hetero-)anamnese altijd te informeren naar mogelijke gebeurtenissen die tot beschadiging van het brein kunnen hebben geleid. Dit wordt in de praktijk (te) weinig gedaan. Eilander stelde dat bij kinderen en jongeren met nah zowel het brein als de bejegening vanuit de omgeving van invloed zijn op het gestoorde gedrag. Hij pleit dan ook voor zoveel mogelijk normalisatie en structuur.

Kaasfondue
Naast de cognitieve activiteiten in de lezingen en workshops waren er ook fysieke activiteiten georganiseerd – van een sneeuwschoenwandeling tot kaasfondue. Daar hingen we dan, met alle medisch psychologen in een gondel, op weg naar het restaurant op de berg voor een kaasfondue. ‘Als de gondel het begeeft, dan is het afgelopen met een groot deel van de medische psychologie in Nederland’, flitste het door me heen.
Het was een zeer interessant en leerzaam congres. De adembenemende omgeving van Davos heeft daarbij geestverruimend gewerkt. Het samen bespreken van complexe casuïstiek, het samen zoeken naar een juiste behandelaanpak, maar ook het simpelweg samen delen van kennis, verbindt collega’s. In een intensief programma, met toch ook genoeg tijd om elkaar beter te leren kennen, zijn contacten gelegd van waaruit ook vervolgafspraken en intervisiebijeenkomsten zijn ontstaan. Dat is zowel voor beginnende als ervaren medisch psychologen veel waard. Ik verheug me nu al op de ‘Davos-sessies’ in 2014.

Caroline Janssen Msc is als kinder- en jeugdpsycholoog verbonden aan het Máxima Medisch Centrum Veldhoven. E-mail: Caroline.Janssen@mmc.nl.