Lees verder
Na bijna vijf jaar voorzitter te zijn geweest van het Algemeen Bestuur van het NIP, is het tijd voor Hans de Veen om het stokje door te geven aan Rudolf Ponds. Rudolf Ponds is geen onbekende van het NIP. Hij is al vele jaren betrokken en heeft een grote passie voor de beroepsvereniging. Hij vertelt dan ook met veel enthousiasme over zijn aanstaande positie.
Nederlands Instituut van Psychologen

Zijn passie voor psychologie begon al op jonge leeftijd: Rudolf Ponds startte zijn studie psychologie in Groningen en reisde na het afronden van deze studie af naar de Radbouduniversiteit in Nijmegen. Daar ging hij bij de nieuwe studie neuro- en revalidatiepsychologie lesgeven. Vervolgens ging hij aan de slag bij het universiteitsziekenhuis in Maastricht, waar hij betrokken was bij de oprichting van de eerste geheugenpolikliniek in Nederland. Sinds drie jaar is hij werkzaam bij de afdeling Medische Psychologie van het Amsterdam Medisch Centrum als afdelingshoofd en hoogleraar Medische Psychologie.

Al vanaf zijn studententijd is Ponds lid van het NIP. Hij heeft zich altijd extra ingezet voor de psychologie naast zijn dagelijkse werkzaamheden, bijvoorbeeld als redactielid van De Psycholoog, voorzitter van de sectie Neuropsychologie en later als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie (NVGzP), inmiddels gefuseerd met het NIP. Ondanks zijn drukke agenda, vond Ponds het waardevol om naast zijn werk actief te zijn binnen het werkveld en spoort hij andere psychologen aan dit ook te doen: ‘Het kost tijd en soms is er ook echt wel ‘gedoe’, maar ik krijg er ook veel voor terug. Het is ontzettend prikkelend en zorgt voor nieuwe perspectieven.’

Missie voor het NIP

Rudolf Ponds heeft duidelijke doelen voor het NIP en vertelt hier met enthousiasme over. Zo wil hij de psychologie graag nog meer op de kaart zetten in het publieke domein: ‘Psychologie is gezien de omvang van ons kennisdomein eigenlijk nog heel weinig in beeld. Er zijn veel maatschappelijke kwesties gaande waarin menselijk gedrag centraal staat, maar waar nog maar zelden psychologen bij worden betrokken. Gedurende alle discussies rondom de coronacrisis zat er bijvoorbeeld zelden een psycholoog aan tafel.’ Ook zou hij graag psychologen willen aansporen zich buiten de dagelijkse werkzaamheden in te zetten voor de psychologie, waaronder ook de beroepsvereniging: ‘Er komt veel op ons af de komende jaren, waarbij de actieve inzet van psychologen nodig is. Ik vind het belangrijk dat psychologen trotser worden op hun vak en meer beseffen dat we ondanks de vele werkvelden en werkwijzen vooral veel kennis en kunde delen. Een sterkere beroepsidentiteit maakt het ook vanzelfsprekender en aantrekkelijker om lid te worden van de beroepsvereniging en dat is ontzettend waardevol.’