
Voor topprestaties moet een sporter niet alleen fysiek maar ook mentaal fit zijn. Een goede sporter weet dat ook en besteedt voldoende aandacht aan zijn mentale fitheid. Daarom is er voor psychologen genoeg voer te vinden in de wereld van sport. Nico van Yperen, hoogleraar sportpsychologie aan de Rijskuniversiteit Groningen, heeft deze kennis gebundeld in zijn boek Focus Vertrouwen Veerkracht.
Het boek begint met dat wat er in de sport gebeurt een metafoor voor het dagelijks leven is; het leveren van prestaties, winnen, verliezen, vallen, opstaan en weer doorgaan, en veerkracht. We kunnen dus veel leren van de sport. Tegelijkertijd kan de sport zeker ook psychologische inzichten gebruiken.
Elke zaterdagochtend wordt er weer onnodig geleden door kinderen van wie ouders, coaches en trainers denken dat onder druk zetten tot het beste resultaat leidt. Als ze dit boek gelezen hadden, zouden ze begrijpen dat dit niet helpt en dat ze beter eerst de Parent Guide: Evidence-based strategies for parenting in organized youth sport hadden kunnen lezen. Dan zouden ze kunnen weten hoe ze hun kinderen het beste kunnen ondersteunen.
Het dik driehonderd pagina’s tellende boek behandelt de mentale aspecten van sport vanuit verschillende invalshoeken en gebruikt hiervoor veel voorbeelden en leuke weetjes. Zo is het interessant te lezen hoe waarden van belang zijn voor sporters om door te blijven gaan als het moeilijk wordt. Hierbij worden de wijsheid van de Stoïcijnen uit de Oudheid, maar ook nieuwe inzichten uit de Acceptance Commitment Therapy (ACT) gebruikt. Het stellen van doelen krijgt uiteraard ook aandacht. Van Yperen deed zelf onderzoek naar leeren prestatiedoelen. Dat gericht zijn op je willen verbeteren (leer- of procesdoelen) belangrijk is in sporten en je veerkracht vergroot komt diverse keren aan bod, met eveneens aansprekende voorbeelden.
Het boek is duidelijk geschreven door een sportliefhebber. Daardoor is het doorspekt met sporttermen die voor een leek niet altijd duidelijk zijn. Als bijvoorbeeld een golfwedstrijd wordt beschreven, waarbij iets ‘in slechts een bogey’ eindigde, zal dat iemand zoals ik die niet verder is gekomen dan midgetgolf niets zeggen. Ook is de tekst hier en daar wat taai. Zinnen als ‘Mentale vaardigheden, en meer in het algemeen sportpsychologische kennis en inzichten, zijn niet uitsluitend relevant en toepasbaar in een sportcontext’ lezen niet makkelijk.
Al met al biedt het boek een mooi overzicht van de sportpsychologie, met daarbij mooie sportfoto’s. Af en toe vraag je je wel af (zoals wel vaker bij psychologie), wat het verschil is met een gezonde dosis levenswijsheid en boerenverstand. Het verschil is natuurlijk dat onder dit boek een stapel empirisch onderzoek ligt, met als levend bewijs de imposante lijst met referenties. Het is maar te hopen dat de wetenschappers achter deze onderzoeken niet te zeer gedreven werden door winnen-verliezen. Dan is volgens Van Yperen de kans dat ze bedriegen namelijk groter.