Dit format bleek ook tijdens deze derde ASPO Blits goed te werken om de onderzoeken tot de kern terug te brengen. Sprekers van verschillende Nederlandse universiteiten kwamen naar De Duif in Amsterdam om in deze mooie kerk over hun recente bevindingen te vertellen.
Stilte
De avond werd geopend door een keynote van Paul van Lange (Vrije Universiteit Amsterdam). Hij vertelde over het maatschappelijk belang van onderzoek naar het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben. Ook deed hij meerdere aanbevelingen over hoe samenwerking en donaties verhoogd kunnen worden, namelijk door bijvoorbeeld nadruk te leggen op zichtbaarheid en reputatie.
Na deze iets langere keynote lieten elf onderzoekers hun blitse en gevarieerde thema’s de revue passeren. Zo vertelde Suzanne Oosterwijk (Universiteit van Amsterdam) hoe ons brein letterlijk ‘meeleeft’ als we ons in een boek verliezen en hoe het op die manier bijdraagt aan belichaming.
Namkje Koudenburg (Universiteit Groningen) legde uit wanneer stiltes in een gesprek wel en niet van pas komen. Zo blijkt uit één van haar onderzoeken, dat het goed is als er een stilte valt nadat de baas wat gezegd heeft: die voelt zich hierdoor meer serieus genomen. Maar als er een stilte valt wanneer iemand van een lagere status iets zegt, zoals een stagiaire, dan zou deze wellicht het gevoel krijgen iets verkeerd gezegd te hebben.
Tom Damen (Universiteit Utrecht) vertelde over de onbewuste effecten van het plannen van toekomstige acties. Het blijkt dat we negatieve acties die we van tevoren plannen als minder vervelend ervaren.
Op de vraag of je in een onderhandeling nu juist boosheid of teleurstelling moet tonen, bleek uit het onderzoek van Gert-Jan Lelieveld (Universiteit Leiden) dat teleurstelling vaak goed kan helpen, maar niet wanneer je onderhandelt met iemand die als vertegenwoordiger voor anderen onderhandelt – dan werkt boosheid vaak beter.
Bastiaan Rutjens (Universiteit van Amsterdam) legde uit hoe mensen die zich onzeker voelen of een gebrek aan controle ervaren, zich aangetrokken kunnen voelen tot religies, maar tevens tot complottheorieën en bijgeloof.
Kwaliteit
Naast deze onderwerpen werd er ook door een wijdere lens naar onderzoek gekeken. Daniel Lakens (Universiteit Eindhoven) vertelde over de mogelijkheden die er zijn om de waarschijnlijkheid van wetenschappelijk onderzoek te toetsen én te verhogen. De spannende ontwikkelingen op dit gebied betekenen ook dat er minder nadruk op de kwantiteit van onderzoek komt te liggen en meer nadruk op de kwaliteit, iets waar wetenschapsorganisaties zoals nwo nu ook voor pleiten.
Wat maakt mensen eigenlijk politiek links? Volgens het onderzoek van Jojanneke van der Toorn (Universiteit Leiden) lijkt het antwoord te liggen in de aannames die mensen hebben over verbondenheid tussen of juist binnen groepen. Denken in termen van afhankelijkheid tussen groepen – bijvoorbeeld tussen etnische groepen – hangt samen met links denken en ook met het steunen van de overheid op mensenrechtenbeleid. Dit onderzoek doet daarbij ook vermoeden dat wanneer de media in hun verslaggeving de verbondenheid tussen groepen benadrukken, dit kan leiden tot meer links stemgedrag.
Opvallend was ook de presentatie van Michiel van Elk (Universiteit van Amsterdam) die godsdienst door een neurowetenschappelijke lens bekijkt. De proefpersonen in zijn lab ervaren spirituele en buitenlichamelijke ervaringen als zij een helm op hebben die bepaalde gebieden in hun brein activeert. De grap is dat deze technisch uitziende Godhelm helemaal niet aan hoeft te staan: enkel de suggestie dat de helm iets zou activeren geeft mensen het gevoel dat zij neerkijken op zichzelf, dat zij hun gedachten niet meer kunnen beheersen of dat hun lichaam zwaarder aanvoelt.
Uit onderzoek van Yvette van Osch (Universiteit van Tilburg) onder ruim 5800 Nederlanders blijkt dat autochtonen onterecht denken dat diverse minderheidsgroepen in Nederland (waaronder Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse Nederlanders) vooral aan cultuurbehoud doen en weinig tot niets aan cultuur-overname. Maar wat blijkt? Deze minderheidsgroepen doen zowel aan cultuurbehoud als aan overname. Hoe onjuister het beeld van de autochtonen hoe meer zij bepaalde groepen negatief stereotypeerden en als bedreigend ervoeren.
Tegen de tweehonderd bezoekers deze avond leken zich in het volgende te herkennen: je hebt jezelf voorgenomen om te lijnen en voor je ’t door hebt zit je weer een reep chocola naar binnen te werken. Marieke Adriaanse (Universiteit Utrecht) vertelde kort over de psychologische gevolgen als een lijner onbewust toch gaat snoepen. In haar slides liet ze zien dat mensen in dit geval geneigd zijn om achteraf een verklaring te verzinnen om het gedrag dat in strijd was met het lijndoel toch goed te kunnen praten: ‘Dan ben je in ieder geval van de stress af, die het normoverschrijdende gedrag opleverde.”
Als afsluiter presenteerde Gerben van Kleef (Universiteit van Amsterdam) data waaruit blijkt dat machtige mensen meer inspiratie uit zichzelf putten en minder inspiratie uit anderen, in vergelijking met minder machtige mensen. Dit helpt te verklaren waarom machtige mensen bijvoorbeeld zoveel praten en soms zo slecht luisteren: ze vinden anderen nu eenmaal minder interessant.
Er kan teruggekeken worden op een geslaagde Blits-avond die over twee jaar weer voor herhaling vatbaar is. Er waren veel mensen van buiten de wetenschap – bijna drie keer zoveel dan leden van het landelijke netwerk van sociaal psychologen. Dit bewijst wederom hoe breed en blits het sociaal psychologische werkveld is!