De zorg, waaronder de ggz, verkeert in een morele crisis. Bezuinigingen dwingen onze ggz in een knellend keurslijf waarin de mens (zowel de zorgverlener als de cliënt) steeds minder tot zijn recht komt.Alles moet tjak, tjak, tjak, door naar de volgende cliënt. We lijken zo langzamerhand meer tijd achter de computer kwijt te zijn – met rapporteren, lijsten afvinken, tijd bijhouden – dan we aan echt menselijk contact besteden. Het evenwicht tussen hoofd en hart, tussen ziel en zakelijkheid is zoek.
Aan de noodkreten in sociale en andere media te zien, willen veel zorgverleners terug naar de menselijke maat, en compassievolle zorg bieden. Terug naar de reden waarom we ooit in de zorg zijn gaan werken: om mensen te helpen herstellen. Maar willen we iets veranderen in de ggz, dan zullen we eerst moeten erkennen dat we een probleem hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing. Het hoeft niet. We kunnen ook onze tijd lijdzaam uitzitten en afwachten of de politiek, de zorgverzekeraars, GGZ Nederland of onze eigen directie met een oplossing komen.
Het moet anders, en het kan ook anders.
We hebben wel degelijk een keus. Gaan we proactief aan de slag, of blijven we reactief achter de feiten aanlopen? We kunnen de wereld misschien niet veranderen, maar we kunnen wel, binnen onze cirkel van invloed, onze houding kiezen: willen we weer met plezier en (com)passie werken J? Of blijven we liever mopperen bij de koffieautomaat L?
Natuurlijk zijn de kosten een zeer belangrijk aspect. De zorg moet ook in de toekomst betaalbaar blijven, willen we überhaupt zorg kunnen blijven bieden. Maar goede zorg hoeft niet altijd meer te kosten, sterker nog, goede zorg levert op termijn tijd en dus geld op. Veel van de vaardigheden die je daarvoor nodig hebt kosten niets; andere leveren tijd en dus geld op. Empathie, professionele nabijheid, echt luisteren en samenwerken zijn vaardigheden waarin je beter kunt worden.
We willen goede, menswaardige zorg bieden, met HART voor de GGZ. In deze tijd van bezuinigingen en bureaucratie? Juist nu! Doe geen concessies aan de kwaliteit. Wij bepalen hoe we op onze vierkante meter zorg willen leveren. Het staat ons vrij om een patiënt gastvrij te ontvangen, te glimlachen, met aandacht te luisteren. Ons doel is goede zorg leveren, zodat de cliënt kan herstellen.
Symposium Inspiratie nodig? Wees van harte welkom op het symposium HART voor de GGZ op 15 maart a.s, vanaf 15.00 uur, op het hoofdkantoor van de VvAA, Orteliuslaan 750 te Utrecht (inschrijven via www.hartvoordeggz.nl).
Fragment uit het hoofdstuk ‘Wie wil ik zijn?’
Wees de zorgverlener die je zelf ook zou willen krijgen
Ik zou het wel weten. Geef mij maar een zorgverlener die goed is in zijn vak, die plezier heeft in zijn werk, en hart heeft voor zijn patiënten. Eentje die ik kan vertrouwen. Niet omdat hij alles zo perfect voor elkaar heeft – welnee, dat heb ik zelf ook niet. Maar wel een die naar mij luistert, écht luistert, en die zijn best doet om mij te begrijpen. Een die mij erkenning geeft voor mijn klachten, en daarnaast aandacht heeft voor mijn sterke kanten. Want er gaan ook nog dingen goed in mijn leven.
Ik zou een zorgverlener willen die mij voor vol aanziet, die mij zo veel mogelijk laat meedenken en meebeslissen over zaken die mij aangaan. Liefst een met wie ik ook af en toe kan lachen en die niet te beroerd is om een enkele keer een uitzondering te maken. Die voor even de regels aan zijn laars lapt, al was het maar om mij het gevoel te geven dat ik ertoe doe.
Fragment uit het hoofdstuk ‘Tijd maken’
De hoffelijkheidsparadox
‘Als je onvoldoende tijd hebt voor zorg, vertraag dan, hou op met je haasten en geef meer aandacht. Echte zorg kost helemaal geen tijd, het gebeurt op kleine magische momenten. Een van de wonderbaarlijke manieren om meer tijd te creëren is om in het begin bij de zorg voor een patiënt een beetje meer tijd te investeren,’ aldus Robin Youngson in zijn boek Time to Care (2014). Schenk de patiënt meer tijd en je krijgt meer tijd, dat is een interessante tegenstrijdigheid. Dit verschijnsel wordt de hoffelijkheidsparadox genoemd: hoe meer service je biedt, hoe minder tijd je kwijt bent (Lee, 2009).
Youngson, R. (2014). Time to care: Hoe je van je werk en je patiënten kunt houden. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Lee, F. (2009). Als Disney de baas was in uw ziekenhuis: 9,5 dingen die u anders zou doen. Amsterdam: Reed Business Education.
Fragment uit het hoofdstuk ‘In teamverband’
De positiviteitsratio
Hoe komt het dat het ene team het beter doet dan het andere? Een van de factoren is de positiviteitsratio, ontdekten onderzoekers Fredrickson en Losada (2005). De meeste teams hebben een ratio van 2:1; tegenover twee positieve gevoelens staat één negatief gevoel. Dit zijn teams die gemiddeld functioneren. Het omslagpunt ligt bij een ratio van 3:1. Er moeten minstens drie positieve gevoelens tegenover elk negatief gevoel staan om de balans te bewaren. Bij een ratio van 3:1 of hoger gaat een team goed tot zeer goed functioneren.
Wat kunnen we met deze kennis over de positiviteitsratio? Het antwoord ligt voor de hand: meer positieve gevoelens creëren. We zouden bijvoorbeeld meer over elkaar kunnen “roddelen”, maar dan in positieve zin (Bannink, 2010). ‘Zeg, heb je gehoord hoe geweldig Fatima de herstelgroep weer van de grond heeft gekregen?’
Fredrickson, B.L. & Losada, M.F. (2005). Positive affect and the complex dynamics of human flourishing. American Psychologist, 60, 678-686.
Bannink, F. (2010). Oplossingsgericht leidinggeven: 101 tips voor optimaal samenwerken. Amsterdam: Pearson.