Log in
Creativiteit kunnen we herkennen en bevorderen, maar er bestaat geen recept voor het realiseren van de hogere vormen ervan. De ondertitel van dit boek spreekt over ‘het geheim’, maar dat blijft netjes intact. Misschien is er helemaal geen geheim en hangen topprestaties toch voor een belangrijk deel af van het toeval.
Karel Soudijn

Pieter van Strien (1928), emeritus-hoogleraar psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, bespreekt het werk van ruim honderd creatieve genieën, maar we komen vooral te weten dat ze aanleg hadden en ook behoorlijk slim, gemotiveerd, doelgericht en flexibel waren. Toch is dit een interessant boek, omdat de auteur laat zien hoe talrijke psychologen, sociologen en wetenschapshistorici zich inspanden om de hoogste vormen van creativiteit te onderzoeken. Van Strien documenteert een zeer ruime periode waarin dat onderzoek plaatsvond. Hij vertelt wat het opleverde, maar maakt ook duidelijk tegen welke grenzen al die onderzoekers aan liepen. Ondanks die beperkingen lijkt dit boek me een fraaie bijdrage aan de ‘positieve psychologie’, want de aandacht gaat bijna steeds uit naar bijzonder succesvolle mensen. Ze zijn weliswaar niet vrij van neurotische trekken of andere onsympathieke eigenschappen, maar daar weten ze op een handige manier gebruik van te maken.
In twaalf hoofdstukken legt Van Strien het accent steeds op een bepaald onderzoeksthema. Bijvoorbeeld: in hoeverre wordt geniale creativiteit