Het programma is gebaseerd op oefeningen uit de positieve psychologie. Onderwerpen als positieve en negatieve emoties, de verbreed-en-bouwtheorie van positieve emoties, geluk en optimisme passeren kort de revue. De wetenschappelijke theorie wordt begrijpelijk uitgelegd met aansprekende voorbeelden zodat de positieve psychologie voor de niet-wetenschappelijke lezer gaat leven. Het boek bevat ook een wetenschappelijke verantwoording per hoofdstuk voor de lezer die meer verdieping zoekt.
Dan volgen de hoofdstukken die het programma met de vier thema’s beschrijven: vergroten van zelfcompassie, versterken van positieve emoties, leren genieten en versterken van toekomstgericht optimisme. Voordat de lezer aan de slag gaat, wordt deze uitgenodigd een voormeting te doen gebaseerd op gevalideerde vragenlijsten. Halverwege en aan het einde van het programma kunnen de deelnemers deze vragenlijsten nogmaals invullen om hun vooruitgang te monitoren. Iedere module bevat informatie over het onderwerp van de module en uitvoerige beschrijvingen van de oefeningen. Dit alles wordt geïllustreerd met voorbeelden over het thema. Aan het einde krijgt de lezer de kans een programma met oefeningen samen te stellen dat bij hem of haar past. Dit is in lijn met de person-activity-fit dat belangrijk is in het volhouden van oefeningen en de daaraan verbonden resultaten. Als laatste wordt de lezer uitgenodigd zelf een nawoord te schrijven van dit boek op basis van diverse vragen; een creatieve manier om de lezer het programma te laten evalueren.
Geluk en optimisme is een zelfhulpboek met een goed wetenschappelijk fundament. Het is als een soort werkboek geschreven voor ‘de gewone lezer’ maar zeker ook bruikbaar voor psychologen of coaches die in hun praktijk een hulpvraag krijgen van cliënten met betrekking tot hun welbevinden. Of misschien wil je als psycholoog zelf je geluk bevorderen; psychologen zijn tenslotte net mensen. Dit programma kan beslist werkzaam zijn voor veel lezers.
Door: Madelon Peters en Elke Smeets (2017)
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds, 176 p.