De talrijke hoofdstukken zijn voor een breed publiek gemakkelijk te begrijpen: een stukje tekst, een bladzijde met tips, en telkens een korte nabeschouwing door een autoriteit. Die autoriteit is bijvoorbeeld een topsporter, een coach, iemand die door te sporten minder depressief werd, of een echt succesvolle puber. Al deze autoriteiten zijn warme voorstanders van sport. Notoire bankzitters komen niet aan het woord. In dit opzicht is het boek te vergelijken met een reclamefolder waarin je ook nooit het verhaal van een teleurgestelde koper zult lezen.
De hoofdstukken zijn onderverdeeld naar drie thema’s: gevoel, verstand en lijf. Wie gaat hardlopen, voelt zich prettiger. Studeren gaat gemakkelijker. Je wordt fitter, en je krijgt spierpijn. Om lichamelijk ongemak binnen de perken te houden, raden de auteurs een goede coach aan, maar je kunt ook met Borgsteede en Beckers in het Vondelpark gaan rennen.
Vaardigheden moeten met beleid worden ontwikkeld, maar eigenlijk kan sport bij deze auteurs nooit ver genoeg gaan. Fietsende pubers krijgen te horen dat hun spieren eenzijdig worden ontwikkeld. Er is méér nodig. Wie door het Vondelpark rent, moet zich realiseren dat gebaande paden ook hun beperkingen hebben. Om al lopende het verstand te trainen, is het beter om door de bossen te rennen – want daar moet je uitkijken voor kuilen en omgewaaide bomen. Eigen grenzen kunnen tot in het oneindige verschoven worden. Wie de adviezen van Borgsteede en Beckers al te nauwgezet opvolgt, eindigt in een kliniek voor sportverdwazing.
Het boekje kent nog een beperking. Veel mensen bewegen te weinig en worden daardoor te dik, maar die ellende is niet gelijk verdeeld over alle groepen in onze bevolking. Borgsteede en Beckers wijzen wel op de invloed van groepen op pubers, maar dan gaat het vooral om leeftijdgenoten. Het blijft onduidelijk hoe de verschillen tussen sociaaleconomische klassen doorbroken kunnen worden. Wat zou er gebeuren als de auteurs hun praktijk verplaatsten naar een heel ander deel van Amsterdam? Zouden zij dan dezelfde adviezen geven aan de ouders van pubers?
Door: Sonja Borgsteede en Mariëlle Beckers (2017)
Hilversum: Uitgeverij Lucht, 143 p.