Lees verder
Nou, gezellig onderwerp. Haha!’ klonk het vaak als journaliste Elke Veldkamp aan mensen vertelde dat zij bezig was met een boek over de dood. Alhoewel sterven een vast onderdeel is van ons leven en het iedereen lukt, blijft praten erover voor velen op zijn minst ongemakkelijk.
Mariëtte Thijssen

Veldkamp toont zich in haar boek De dood nieuwsgierig naar een dieperliggend niveau. Om antwoorden te vinden op haar vragen, interviewde zij verschillende deskundigen die zich dagelijks bezighouden met het levenseinde. Zo komen onder meer medische, psychologische, maatschappelijke, biologische, economische, ethische, culturele en spirituele kanten van de dood aan de orde. Wat is de dood eigenlijk en wanneer ben je het? Hoe gaan we om met sterven en rouw? Zijn wij meer dan ons fysieke lichaam? Waarom is euthanasie bespreekbaar, maar zelfdoding nauwelijks? Waarom geeft sterven zoveel verdriet? Wat kunnen we leren van andere culturen? Wat te vinden van euthanasie bij voltooid leven? In welke houding sterven wij het liefst en wat betekent dat voor onze kist?

Dat levert een breed palet aan invalshoeken op. Zo verhaalt funerair historicus Wim Cappers op prachtige wijze over de plaats van de dood in het leven, door de eeuwen heen. En hoe uiteindelijk, in de jaren tachtig, jonge aidspatiënten het taboe op de dood doorbraken door van hun uitvaart een vrolijk, kleurrijk feest te maken. Hoogleraar Palliatieve Zorg Saskia Teunissen benadrukt dat de kwaliteit van sterven net zo belangrijk is als de kwaliteit van leven, met aandacht voor de lichamelijke, sociale, psychische en existentiële dimensie. Ineke Koedam van het Landelijk Expertisecentrum Sterven maakt het stervensproces inzichtelijk door middel van de leer van de elementen aarde, water, vuur, lucht en ether, die ons een voor een verlaten. Cardioloog Pim van Lommel spreekt over de schroom van mensen om het over hun bijna-dood-ervaring (BDE) te hebben, omdat ‘een BDE nu eenmaal niet past in het plaatje van onze huidige, materialistisch ingestelde wetenschap.’ Ook stelt hij de vraag: ‘Moet je maar eindeloos doorgaan met behandelen of mag je op een gegeven moment zeggen “Het is mooi geweest!”’ In vrijwel elk hoofdstuk valt op dat we de regie in eigen hand willen houden, bij leven én bij sterven. Accepteren we aan het begin van het leven allerlei ongemakken, over het algemeen willen we dat het einde zo glad en vlekkeloos mogelijk verloopt. Dit maakbaarheidsideaal reikt verder dan fysiek of psychisch lijden. In haar interviews wisselt Veldkamp deskundigheid af met ervaringen, verhalen en inzichten die de geïnterviewde zelf heeft opgedaan door zijn werk. Dat maakt van De dood een prettig en toegankelijk boek dat je vooral zonder haast moet lezen. De open houding waarmee Veldkamp exploreert, wakkert de eigen nieuwsgierigheid aan. Een eye opener als je wat dieper wilt kennismaken met al die facetten die kunnen spelen wanneer je de ogen sluit.

Door: Elke Veldkamp (2017)
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 207 p.