De studie in Oslo beviel me, hoewel ik inmiddels in Maastricht studeer en weet dat het veel beter kan. We leerden veel over de theorie van Freud, maar het was niet kritisch. Het ging over verdringing, overdracht en droomduiding. Zijn uitspraken over droominterpretatie bijvoorbeeld – als je dit droomt, betekent het dat – daar was ik sceptisch over.
Een keerpunt voor mij was toen ik een seminar van Elisabeth Loftus volgde. Zij is de beroemde Amerikaanse psychologe die zich heeft gespecialiseerd in valse herinneringen, ik had nog nooit van haar gehoord. Zij vertelde over haar bevindingen, over criminele cases, over het geheugen en welke theorieën daarover bestonden. Het was mijn eerste kennismaking met de wetenschappelijke manier van denken. Daar kreeg ik het inzicht dat niet alles wat je leest per se waar is.
De klinische psychologen die ook bij de lezing aanwezig waren, werden boos op haar. Hoe kon ze nu beweren dat wat patiënten over hun onderdrukte herinneringen zeiden niet per se waar was?
Ik leerde daar ook dat er meer was binnen de psychologie dan alleen Freud. Ik raakte bovendien geïnteresseerd in onderzoek. Naast mijn studie nam ik deel aan onderzoeksprojecten, onder andere tijdens een internationale research summerschool.
In de laatste fase van mijn bachelor ben ik een jaar naar de McGill University in Montreal, Canada gegaan. Daar heb ik verschillende vakken gevolgd op het gebied van de neurowetenschappen. Ook volgde ik een vak over hypnose. Dat klinkt vaag, maar de hoogleraar keek er heel kritisch naar. Hij was goochelaar geweest en wist veel over menselijke aandacht. Hij leerde ons goede methoden te ontwikkelen en experimenten vorm te geven. Hypnose is controversieel, maar je kunt er neutraal naar kijken en onderzoeken wat het kan doen en wat niet. Hij onderzocht bijvoorbeeld het placebo-effect. Hij gaf iedere student een blauwe en rode pil en zei: ‘De een maakt je actief, de ander slaperig, maar ik vertel niet welke wat doet.’ Het waren neppillen, maar dat vertelde hij er niet bij. We slikten er een en toen moesten we aangeven hoe we ons voelden. En zelfs binnen deze context had het effect.
Ik vond psychologie interessant, maar wist nog niet welke richting mijn voorkeur had.
In mijn vrije tijd las ik veel over psychopathie, en andere onderwerpen die binnen de forensische psychologie vallen. Dat weet ik nu, toen wist ik nog niet dat het vak bestond.
In de zomer van 2011 kwam ik terug naar Noorwegen. Het was de zomer dat Anders Breivik zijn aanslag pleegde. Daarover ontstond veel discussie in de pers. Men vroeg zich af waarom psychologen en psychiaters het niet eens konden worden over de diagnose en hoe we dan op hen kunnen vertrouwen. Ook binnen de universiteit werd veel gediscussieerd, maar er was geen formele richting die zich ermee bezighield. Wel volgde ik die zomer een conferentie over psychologie en de wet, waarin het onder andere ging over de ondervragingsmethodes van de politie. Bij ons oefenen ze erg veel druk uit om een bekentenis te krijgen.
Ondertussen ging ik verder met sociale psychologie en ik begon aan mijn scriptie over gevoelens van walging en Roma en zigeuners. In Noorwegen heb je een heel jaar voor je scriptie, ik kon er nog wel iets naast gaan doen. Daarom ging ik een paar vakken in Maastricht volgen. Ik wilde er drie of vier maanden blijven.
Het probleemgestuurd onderwijs in Maastricht beviel me erg. De studie is veel beter georganiseerd dan in Oslo: het gaat veel dieper, er is meer interactie tussen studenten onderling en tussen studenten en professoren, je bent echt onderdeel van het academische leven. Ik hoorde over het honours programma en solliciteerde erop. Dat was min of meer voor de grap, ik ging er niet vanuit dat het zou lukken. Tot mijn verrassing werd ik toegelaten. Daarom besloot ik langer in Maastricht te blijven en daar mijn scriptie af te maken.
Ik was bijna afgestudeerd in de sociale psychologie en had het vage gevoel dat ik nog niet klaar was. Maar ik ging ervan uit dat dit vanzelf wel zou overgaan. Toen hoorde ik over de master Forensische psychologie. Ik verdiepte me erin en ontdekte dat dit precies is waarin ik geïnteresseerd ben. En dat ik in dit veld zou willen werken.
Daarom ben ik nu aan mijn tweede master begonnen, deze duurt twee jaar en het afgelopen jaar is mijn interessantste academische jaar tot nu toe geweest. Ik volg veel vakken, ga binnenkort stage lopen in een forensisch ziekenhuis in Dublin. Daarna volgt nog een onderzoeksstage in New York.’
Foto: Herman Wouters