Lees verder
Agneta Fischer

Het lijkt mij normaal om doodsangsten uit te staan in een bobslee, zeker wanneer er na jou nog drie passagiers gezellig bijspringen. Met mijn vingers verkrampt om dat kleine stuurwieltje, zou ik niet meer in staat zijn recht in de baan te blijven. Ik zou mijn ogen dicht doen bij de eerste de beste bocht en heel hard remmen. Daarom slee ik niet. Ik daal wel eens af, maar dan op de fiets en dan mag ik van mijn gezinsleden gerust remmen. Zij vinden het niet erg als ze een kwartiertje moeten wachten; en zij springen ook niet achterop mijn fiets.

Maar als je een echte sleeër bent, ben je natuurlijk niet bang. Je bent niet bang, omdat je al duizend keer in zo’n baan bent afgedaald en je er nog steeds bent. Je bent niet bang, omdat je als sleeër sowieso gewoon niet bang bent. Angst is voor amateurs, zwakkelingen, prutsers, niet voor Olympische kampioenen.
En je bent ook niet bang, omdat je weet dat als je bang bent, het mis kan gaan. Daarom heb je immers je angst moeten afzweren. Als je bang bent, ga je remmen voor een bocht, om er vervolgens met een slakkegangetje doorheen te glijden. Maar voor een keurig, veilig genomen bocht, ben je natuurlijk niet voor het Olympische bobsleeteam geselecteerd. Je bent juist uitgekozen om je gebrek aan angst, om je waaghalsmentaliteit.
Maar wat als het nou net is misgegaan? Als er nou net voor je, iemand wel uit de bocht is gevlogen? En die sleeër heeft niet gewoon een gebroken arm, maar die is dood? Wat dan? Gewoon niet aan denken, wegdrukken, negeren, kan altijd gebeuren, maar jou niet, focussen, concentreren, aandacht op de baan en niet op die dode voorganger; gesleed moet er worden!
Wat een stoerheid. Wat een naïviteit ook.
Het lijkt wel of we in de vorige eeuw zijn beland, toen politieagenten en brandweermannen niets voelden nadat ze mensen uit auto’s hadden gezaagd, verkoolde kinderen uit een brandend huis hadden gehaald, of getuige waren geweest van een brute moord. Dat hoorde nu eenmaal bij het vak en als je aangeslagen was, of wat nare herinneringen had, dan moest je maar een ander beroep kiezen. Toen de eerste psychologen in beeld kwamen, was er nog even protest. Praten over je gevoel! We zijn toch geen vrouwen? We denken het wel weg, dat traumatische beeld, dat geluid, dat gehuil.
Helaas, kan dat niet. Dat weten de brandweermannen, ambulancebroeders en agenten inmiddels wel. Maar bij de bobsleebond moeten ze daar nog achterkomen. Er is nog een hoop werk te doen, daar in de sneeuw.

Agneta Fischer is verbonden aan de Programmagroep Sociale Psychologie van de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Emotietheorie.