‘Ik weet nog goed dat we op de middelbare school een vakkenprofiel moesten kiezen. Het voelde als een heel grote en belangrijke keuze. Je legt immers iets vast wat van invloed is op je studie, je carrière en daarmee op een groot deel van je volwassen leven. Geen idee wat ik moest kiezen.
De technische vakken lagen mij niet zo, dus die liet ik uiteindelijk vallen. Later ben ik blijven zitten. Al die tijd wist ik niet wat ik wilde worden. Ik heb lang gepeinsd over wat mijn passie nu was en vond het erg moeilijk een studiekeuze te maken. Ik wist heus wel nadat ik eenmaal had gekozen ook nog een andere weg in zou kunnen slaan. Maar dan zou ik nog verder achterlopen op de rest, en dat wilde ik niet.
Uiteindelijk koos ik voor psychologie, ook omdat het me een brede studie leek, waarmee ik nog alle kanten op kon. Al sprak het me natuurlijk ook aan meer over mezelf en anderen te leren, en om met mensen te gaan werken. De belevingswereld van anderen blijft toch altijd voor een deel een mysterie, en als psycholoog probeer je enigszins in de hoofden van anderen te kruipen.
Gelukkig vond ik het eerste studiejaar al meteen erg leuk, sowieso het studentenleven en alle sociale aspecten, maar ook naar college gaan. De klinische psychologie sprak me het meest aan, omdat ik daar anderen mee kon helpen. En zo kwam ik er gaandeweg gelukkig achter dat ik graag psycholoog wilde worden.
Als het over geestelijke gezondheid gaat, vind ik het onder meer interessant hoe wij als maatschappij daarnaar kijken. In de dsm wordt niet gesproken over mogelijke oorzaken van bijvoorbeeld een depressie, angstklachten of een persoonlijkheidsstoornis. Een stoornis wordt behandeld zonder de bredere context van iemands leven te beschouwen. Dat vormt onze blik op psychische problematiek en op wat wij normaal vinden.
Tijdens mijn stage bij ggz Rivierduinen zag ik vooral veel normale mensen. Normale mensen die abnormale dingen hebben meegemaakt. Daardoor zijn ze vastgelopen en zoeken ze hulp bij de ggz. Dit vind ik trouwens ook een interessante vraag: wat maakt een zinvol leven? En is de maatschappij daarop ingericht? Volgens mij zoeken we constant naar geluk, kijk maar naar sociale media, daar delen we alleen de goede momenten, terwijl het leven soms ook gewoon lijden is. Als tiener heb ik in ieder geval wel ervaren dat het heel belangrijk is je gelukkig te voelen. Nu weet ik dat alleen maar gelukkig zijn onrealistisch is, en dat een zinvol leven niet alleen uit plezier en geluk bestaat, maar ook verdrietig kan zijn. Therapie kan leed niet genezen maar je wel helpen weerbaarder te worden, en om leed beter te verdragen.
huisje-boompje-beestjeZelf ben ik ook cliënt geweest. Halverwege mijn master, zo’n vijf jaar geleden, liep ik vast. Opnieuw hield de vraag ‘Is dit nu écht wat ik wil?’ me erg bezig. Ik kreeg weer het gevoel dat ik het niet meer wist. Vlak daarvoor had ik een halfjaar in Vancouver gestudeerd, wellicht dat ik door die ervaring begon te denken aan wat er nog meer was in het leven dan Zuid-Holland. Ik begon mezelf ook met anderen te vergelijken, die al verder waren, een huisje-boompje-beestje hadden. Ik vond dat bepaalde mijlpalen, zoals het afronden van een studie, bij een bepaalde leeftijd horen, en ik wilde niet achterlopen. Ik begon me ook af te vragen of ik psycholoog wilde worden omdat ik het echt zelf wilde, of omdat ik vond het hoorde. Ik bleef mezelf bestoken met dat soort vragen en uiteindelijk kreeg ik last van een langdurige depressie en moest ik stoppen met studeren.
De dagen konden heel donker zijn en ik kon het gevoel hebben dat er geen uitweg meer was. Nu weet ik dat het zelfs dan niet hopeloos is. Mijn therapeut heeft mij echt weer hoop gegeven, dat vind ik ook heel mooi aan het traject. Ze vertelde me bijvoorbeeld dat het bij het leven hoort dat je soms verdrietig bent, of boos, dat je slechte dagen hebt. En dat als je je daartegen gaat verzetten, het des te harder terugkomt, als een soort bal die je onder water duwt. Leven en emoties zijn intiem met elkaar verbonden.
Door in therapie te gaan, en te praten, heb ik geleerd zachter naar mezelf te kijken, al was het geen makkelijk proces en heeft het flink wat tijd gekost. Ik heb geleerd me open te stellen voor mijn emoties en dat ik me kwetsbaar mag voelen. Daardoor ervaar ik verbinding met mijzelf en anderen. Emoties maken het leven zinvol, weet ik nu. Ik weet nu ook dat er geen handleiding voor het leven is. Dat het niet erg is als dingen anders lopen dan je had gepland, als je ergens langer over doet bijvoorbeeld.
Ik zie vooral veel normale mensen die abnormale dingen hebben meegemaakt
Door deze ervaringen kreeg ik nog meer interesse in werken binnen de ggz. Het is ook waardevol dat ik twee brillen kan opzetten, die van de behandelaar en van de cliënt. Eigenlijk heb ik gewoon vijf jaar langer gestudeerd door zelf in therapie te gaan, haha. Ik weet nog niet of ik mijn ervaringen echt in wil zetten, het heeft mij vooral persoonlijk geholpen. Ik denk dat ik me nu makkelijker kan verplaatsen in de mensen die tegenover me gaan zitten, dat het net iets meer invoelbaar is wat zij doormaken. Daarnaast weet ik dat cliënten hun therapeut op een voetstuk kunnen zetten, dat heb ik zelf ook gedaan.
Ik hoop dat ik aan mijn cliënten kan meegeven dat psychologen ook gewoon mensen zijn, hoe stom dat misschien ook klinkt. Psychologen worstelen ook met het leven en vinden het soms ook moeilijk zich kwetsbaar op te stellen. Daarin verschillen behandelaar en cliënten niet van elkaar.’
Beeld: 500watt