Lees verder
Geertje Kindermans

‘Ik heb altijd de neiging om vrienden te willen helpen, dat was onder andere aanleiding om psychologie in Leiden te gaan studeren. Maar al snel wist ik dat ik niet de klinische kant op wilde, want de problemen waarmee mensen bij psychologen komen lijken mij moeilijk en zwaar. De bedrijfskant vond ik veel interessanter.

Aan het studeren moest ik wennen, bijvoorbeeld dat je je studietijd zelf kunt invullen. Je gaat zes uur naar college, verder kun je het indelen zoals je wilt. Dat vond ik later juist fijn.
Veel vakken vond ik leuk, maar met statistiek had ik moeite, aanvankelijk haalde ik het niet, maar met wat bijles lukte het later wel.
In het tweede jaar krijg je meer verdiepende vakken en mag je kiezen. Consumer psychology sprak me vooral aan. Dat is gedragsgericht, je leert hoe je ervoor zorgt dat mensen jouw product kopen. Zo hoorden we bijvoorbeeld over een onderzoek waaruit blijkt dat als een merk in beeld wordt gebracht tijdens een videoclip van een populaire artiest, het merk automatisch positiever gewaardeerd wordt.
Het leukste vak vond ik beroepsvaardigheden. Daarin krijg je gesprekstechnieken, wat veel mensen met psychologie associëren. Dat wil je leren als je psychologie studeert. In het derde jaar krijg je veel eigen keuzeruimte en ben ik een minor bedrijfswetenschappen gaan doen. Vooral marketing sprak me aan. Voor een ondernemersvak moesten we een eigen bedrijf bedenken en opzetten, leuk om te doen en op papier werkte het. Maar in het echt zou het nooit rendabel worden.
Omdat ik leiderschap en motivatie boeiende onderwerpen vond, heb ik in mijn master voor Sociale en Organisatiepsychologie gekozen, maar moest daarom Economic en Consumer Psychologie laten vallen. Inmiddels doe ik die tweede specialisatie erbij.
Ik zou graag een marketingstage lopen, maar het moet wel bij mijn studie passen. Ik ben er nu naar op zoek. Achteraf denk ik wel eens: misschien was bedrijfskunde ook niet zo’n slechte keus voor me geweest.’