Lees verder
De weg slingert tussen de heuvels van het Limburgse Landgraaf omhoog naar de overdekte skihal van Snowworld.
Jeroen van Goor

De bezoeker waant zich op een Oostenrijkse Alp, wintersporters in vol ornaat zitten op terrasjes in warme chocolademelk te blazen en poetsen hun skibril schoon. Binnen in het restaurant lopen de serveersters in Tiroler klederdracht rond met dampende schalen boven hun hoofd. Hier wordt de wintersportervaring tot in detail nagebootst. Er is zelfs een skilift op de piste, de enige in Nederland. Vandaar dan ook dat Lucas van Gerwen van stichting VALK (gespecialiseerd in de behandeling van vliegangst) zijn training tegen skiliftangst op deze locatie geeft.

De tien deelnemers hebben op de eerste dag van de training psychoeducatie gekregen over de emotie angst en konden een kijkje nemen in de machinekamer van de lift. Daarnaast heeft Van Gerwen ze uitgevraagd over de fysiologische reacties die ze ervaren tijdens hun angstige ogenblikken.

Op de tweede dag roept Van Gerwen deze lichamelijke reacties op door middel van oefeningen, om de deelnemers te leren ermee om te gaan en om ze te laten beseffen en dat de verschijnselen van voorbijgaande aard zijn. En tot besluit van de training moeten ze hun angst zien te overwinnen en daadwerkelijk de lift in stappen.

Een kapstok

‘Skiliftangst is eigenlijk een kapstok van problemen als hoogtevrees, claustrofobie, angst voor controleverlies en sociale angst,’ aldus Van Gerwen. ‘Mensen met dergelijke angstklachten denken vaak dat het verloop van de angst als een stijgende lijn op een grafiek is, die door kan blijven stijgen tot een punt waarop je flauwvalt of zelfs doodgaat.’

Hij wil de deelnemers bijbrengen dat die lijn stabiliseert en op een gegeven moment zelfs weer afbuigt. ‘Daarbij is het essentieel dat je de angst toelaat en je er niet tegen gaat verzetten,’ instrueert hij de cursisten, ‘want dat is een gevecht dat je altijd verliest. En geef objectief antwoord op de vraag: “Ben ik hier en nu werkelijk in gevaar of niet?”’

Allereerst laat hij iedereen vijftien kniebuigingen maken, om een verhoogde hartslag op te roepen die ook ontstaat in reactie op een schrikmoment. Vervolgens moeten de deelnemers met het voorhoofd op een imaginaire barkruk vijf rondjes om hun as draaien, wat een vervelend gevoel van duizeligheid en desoriëntatie teweegbrengt, dat pas na een halve minuut weer wegebt. Deelnemers houden elkaar vast en beamen dat het gevoel vergelijkbaar is met dat van een angstaanval.

Van Gerwen geeft een tip: ‘Haal adem tot diep onder in je longen, hou drie seconden vast en adem daarna langzaam weer uit.’ Het werkt, constateren de deelnemers: de duizeligheid is op slag verdwenen.

Stop met vermijden

De volgende oefening is het vervelendst: ademhalen door een rietje om hyperventileren op te roepen. Deelneemster Lieke moet al huilen bij de gedachte en wil de oefening alleen apart met Van Gerwen doen. De rest waagt zich er wel aan en algauw staat iedereen moeizaam door vrolijk gekleurde rietjes te blazen. Het voelt alsof je bij elke teug minder zuurstof binnenkrijgt, waardoor je harder aan het rietje gaat zuigen, wat de ademnood alleen maar vergroot. Deelneemster Jacqueline barst in tranen uit omdat het nare gevoel haar zo bekend voorkomt. Van Gerwen moedigt haar aan: ‘Laat je tranen de vrije loop. Dit is nu waarom je altijd dingen vermijdt, waarom je niet in de skilift durft, waarom je tunnels vermijdt. Wil je verandering? Stop dan met vermijden!’

Meneer Van der Eemst, gepensioneerd dierenarts, zit bij te komen van de oefening. ‘Volgens mij kon je door m’n trui heen m’n hart zien bonken,’ zegt hij. ‘Vanwege de opkomende paniek. Ik heb dan ook een paar keer stiekem door m’n neus geademd. Maar ik ben heel blij dat ik het gedaan heb. Op een gegeven moment merkte ik dat de angst stabiliseerde en zelfs afvlakte, dat was wel een inzicht.’ Ook Jacqueline heeft er een waardevol inzicht aan overgehouden: ‘Ik heb gemerkt dat ik niet flauwviel, en dat is waar ik altijd zo bang voor ben.’

De lift in

Dan verplaatst de groep zich naar de piste om de confrontatie met de gevreesde stoeltjeslift aan te gaan. De cursisten maken een gespannen, maar ook strijdbare indruk. ‘Probeer niet niet bang te zijn,’ drukt Van Gerwen ze op het hart. ‘Je mag de lift eng vinden. Laat de verschijnselen maar komen, ze verdwijnen vanzelf weer.’

Vervolgens gaat hij naast de deelnemers zitten die nog niet alleen de lift in durven. Dierenarts Van der Eemst wil het zonder begeleiding doen en zit enigszins verbeten met gekruiste armen in de lift, die zoemend in beweging komt. Op zo’n drie meter boven de sneeuw lijkt hij onaangedaan. ‘Dit gaat goed,’ verklaart hij, ‘maar in deze hal is het toch een vertekend beeld. Er is een dak, er staat geen wind, je hangt niet boven een afgrond. Het is niet één op één te vergelijken met Oostenrijk.’

Strak voor zich uitkijkend praat hij onafgebroken. Elk jaar gaat hij op wintersport, maar de angst voor de liften ontneemt hem veel plezier. ‘Er zijn zo veel mooie momenten die ik mis. Als je bijvoorbeeld niet met de hele familie naar een prachtig restaurant in het hooggebergte kan, omdat je bang bent. Het leven is kort, en spijt over dingen die je niet hebt gedaan blijft altijd knagen. Daarbij ga je je schuldig voelen, want je bent een blok aan het been van de rest. Door je angst doe je dus afbreuk aan het plezier van anderen, en daar wil ik allemaal vanaf.’

Aan de cursus heeft hij veel. ‘Ik accepteerde de angst nooit, maar zocht altijd manieren om ermee om te gaan. Door bijvoorbeeld voorbijkomende gondels te tellen als ik bang werd in de lift. Maar dat is ook ontwijkend gedrag. De inzichten die ik hier heb opgedaan zijn goed geweest, uitvluchten zoeken en vermijden is er niet meer bij. Ik heb er alle vertrouwen in dat het in Oostenrijk ook goed zal gaan.’

Paniek

Deelneemster Lieke heeft de rit al een paar keer onder begeleiding van Van Gerwen gemaakt, en stapt nu voor het eerst zonder hem in. Angstklachten beheersen haar leven al zo’n vijftien jaar, vertelt ze. ‘Ik heb al die jaren bepaalde situaties vermeden. Ik ben bang voor een gewone lift en heb vliegangst. Autorijden gaat nog, als het maar niet te ver is. Ik ben bang voor de angst zelf geworden en wat er zou kunnen gebeuren, dat ik er zelfs dood aan zou kunnen gaan. Het gevoel is zo fysiek echt.’

Ze geeft toe dat ze het moeilijk heeft nu Van Gerwen er niet bij is. ‘Het is moeilijk om al die tips in de praktijk te brengen, want als ik een paniekaanval krijg, kan ik niet meer helder denken.’
Dat blijkt als de lift plots tot stilstand komt en wat heen en weer schommelt in de lucht. Lieke verstijft, krijgt grote ogen en houdt twee gebalde vuisten voor haar gezicht. Het huilen staat haar nader dan het lachen en terwijl een andere deelnemer haar de adviezen van Van Gerwen in herinnering brengt, komt ze langzaam weer tot zichzelf. Tot er twee minuten later een omroepbericht door de hal schalt en ze weer verstijft.

Toch blijft ze optimistisch. ‘Ik moet er vanaf komen,’ beseft ze, ‘en dat kan alleen als ik mijn angst leer omarmen.’