Ik ben erin gedoken, ik heb gekeken naar alle instrumenten die er op de markt zijn en hoe die zijn onderzocht. Ik ontdekte dat er een groot verschil is tussen de persoonlijkheidsvragenlijsten en cognitieve tests aan de ene kant, en de drijfverenscans aan de andere kant. De eerste twee zijn doorgaans goed onderzocht en mooi onderbouwd met validiteit en betrouwbaarheid. Bij de drijfverenscans was dat veel minder het geval.
Ik praatte erover met mijn man, die als nuchtere buitenstaander goed kan meedenken. Opeens zei hij: “Waarom ontwikkelen we zelf geen drijfverenscan?” Ik ben het idee verder gaan onderzoeken en werd steeds enthousiaster. Dat zouden we zelf beter kunnen.
Daar komt bij dat ik het een heel leuk idee vond om samen met hem iets op te zetten. In het verleden hebben we al eens samengewerkt aan een project, maar dat werd uiteindelijk geen succes. Onze professionele samenwerking smaakte echter naar meer.
We ontwikkelden Intodrives en om deze drijfverenscan te onderzoeken, haalden we er een statisticus bij. De eerste versie bleek onvoldoende betrouwbaar en valide. Op zich is dat niet zo onlogisch voor een eerste ronde, maar toch was het even slikken. We hebben de vragenlijst doorgenomen en samen met de statisticus gekeken welke vragen onvoldoende bijdroegen aan het eindresultaat. Eerst moesten we proberen te begrijpen waarom ze eruit vielen en daarna moesten we betere vragen opstellen die hetzelfde construct zouden meten.
Daarop hebben we een tweede onderzoek laten doen en toen waren de validiteit en betrouwbaarheid psychometrisch wel in orde. Dat was een mooi moment! Hier hadden we vanaf 2013 meer dan twee jaar lang naartoe gewerkt, allemaal achter de schermen. Nu konden we ermee naar buiten en gingen we de markt op. Vanaf dat moment is het echt begonnen!’