Log in
De fenomenologische Utrechtse School verzette zich in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw tegen de natuurwetenschappelijke empirisch-analytische psychologie en weigerde de mens te zien als een object. Eind vorig jaar verscheen het boek De Nieuwe Utrechtse School. Willem Koops noemt het boek ‘een oppervlakkig missie-statement’ en vraagt zich af of de auteurs wel begrepen wat de oorspronkelijke Utrechtse School behelsde. Stefan van Geelen en Megan Milota, die het boek samenstelden, reageren.
Willem Koops
Frederik Jacobus Johannes Buytendijk (1966). Foto: Nationaal Archief

In 1963 maakte ik op de kweekschool in Groningen kennis met de psychologie van de Utrechtse School. Ik was daar zo door gegrepen dat ik geen onderwijzer werd, maar psychologie ging studeren. Ik wilde studeren bij een van de meest prominente leerlingen van Buytendijk: de naar Groningen verhuisde hoogleraar Benjamin Kouwer.

Al studerend aan de universiteit ontdekte ik al snel dat de fenomenologie van de Utrechtse School inmiddels niet meer wetenschappelijk geaccepteerd werd. Ondanks de prachtige publicaties van de vertegenwoordigers ervan was geleidelijk duidelijk geworden dat de fenomenologische methode bepaald niet garant stond