Log in
Bianca Boyer werkt in Haarlemals gz-psycholoog en cognitief gedragstherapeut. Ook is ze als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 2016 promoveerde ze op de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie bij jongeren met ADHD. Boyer onderging zelf Eye Movement Desensitization and Reprocessing (emdr) en is daar niet onverdeeld positief over. ‘Het is een heel mooie techniek, maar patiënten en therapeuten verwachten er vaak te veel van.'
Susanne de Joode

EMDR kan voor patiënten en behandelaars enorm waardevol zijn, mits de behandeling goed wordt toegepast. Belangrijk vind ik dat alleen mensen met de juiste indicatie EMDR krijgen, dat zij goed geïnformeerd worden over wat de behandeling behelst en vermag en dat het behandelprotocol wordt gevolgd. De praktijk is soms anders.

Allereerst stellen therapeuten het effect van EMDR nogal eens te rooskleurig voor. Ik had een jongetje van elf jaar in behandeling dat bang was om op school flauw te vallen. In de klas, in de pauze, tijdens gym, het werd steeds erger. Toen ik hem zag, was hij ontgoocheld. Hij had bij een andere psycholoog vijf EMDR- behandelingen gehad, maar die hadden niet geholpen. Hij begreep er niets van, want z’n therapeut had verteld dat EMDR bij iedereen werkt. Behalve dus bij hem. “Dan moet er wel iets heel erg mis met mij zijn,” had hij zelf geconcludeerd. Waarom had zijn therapeut hem niet eerlijk gezegd dat