Lees verder
'Ieder mens doet aan psychologie', aldus wijlen Bert Duijker, de Amsterdamse psycholoog die ooit verantwoordelijk was voor de indeling van het vakgebied in verschillende subdisciplines. Hoe doen niet-psychologen die dag in dag uit met mensen werken aan psychologie? In deze aflevering garagist Rob Wiering. ‘Ik zie in drie seconden of ik met iemand een goede samenwerking kan aangaan.’
Geertje Kindermans

Het is dapper om voor een Saab te kiezen,’ zegt garagist Rob Wiering die gespecialiseerd is in klassieke Saab’s. ‘Want zo’n auto rijden is niet zomaar iets. Het is riskant, het kan tot enorme kosten leiden.’ Bovendien heeft de autoproducent door de jaren heen nogal eens wat steken laten vallen, zegt hij. ‘Dan kun je voorspellen: auto’s uit sommige jaren zijn goed, uit andere jaren zijn ze slecht. Het scheelt ook per fabriek. Saab’s uit Malmö zijn beter dan die uit Trollhättan.’

Een klant moet dus echt iets voor zijn auto over hebben, ‘er iets voor voelen’. En de garagist wil met die klanten een samenwerking aangaan. ‘Ik wil samen met de klant proberen om hem of haar die auto kostenbewust te laten rijden.’

Dubbeltje

Niet iedereen is een Saab-rijder. Tegenwoordig ziet Wiering ‘in drie seconden’ of hij met iemand een goede samenwerking aan kan gaan. Hoe? ‘Dat zijn bepaalde trekjes, een houding, de manier van communiceren, de oogopslag, een bepaalde geur… ik ruik bijna of iemand geschikt is om een classic te rijden. Het zijn vaak hoger opgeleiden, de beter gesitueerden.’ Maar, voegt hij er lachend aan toe: ‘Het liefst zie ik toch een mooie dame in een Saab, dat geeft zo’n auto toch altijd extra cachet.’

Om te kunnen samenwerken moeten verwachtingspatronen bij elkaar aansluiten. ‘Sommige klanten verwachten een klinische omgeving, een soort showroom met een gladde verkoper. Maar dat is volgens mij alleen maar overhead,’ zegt Wiering. Zelf werken hij en zijn mensen snel en efficiënt en zelf is hij ‘nogal to the point, lomp soms’. Dat komt niet altijd goed over, geeft hij direct toe, maar je weet wel wat je aan hem hebt. ‘Als je een auto beter naar de sloop kunt brengen, zeg ik het. Je hebt ook reparateurs die zo’n klant helemaal schillen. Dat gebeurt bij ons niet.’

Wat lastige klanten voor hem zijn? Klanten die wel heel gemakkelijk over zijn tijd beschikken en die over een dubbeltje vallen. ‘Soms knijpt iemand een deal totaal uit, zodat ik bijna niets aan een verkoop overhoud, dat is inclusief garantie enzovoorts. En dat zijn juist die mensen die terugkomen voor de meest stomme dingen.’

Als het niet klikt, neemt hij op een gegeven moment afscheid van een klant. Vorige week gebeurde het nog. ‘In een jaar tijd verscheen hij zes keer niet op een afspraak. En niet op komen dagen is één, maar dat doen zonder je af te melden en vervolgens niet bereikbaar zijn, dat zijn twee en drie. En zo iemand komt dan na drie dagen zonder afspraak binnenlopen en moet nú geholpen worden. Zulke klanten schofferen je personeel, je helpt ze dan toch en vervolgens beginnen ze te zeuren over de factuur. Daar maak ik op een gegeven moment een eind aan.’

Het kan ook gebeuren dat ‘de chemie is uitgewerkt’. Aanvankelijk klikte het, maar er is iets veranderd. ‘Ik had een klant met wie ik ook vriendschappelijk omging. Hij had een prachtige auto, een brúút beest. Het was mijn eigen auto geweest, wilde die niet verkopen, maar hij moest en zou ’m hebben. Hij beloofde dat hij er goed voor zou zijn.’ De eerste jaren was hij dat ook. Hij likte zijn auto bijna af! Deed zijn spruitstuk met kachelpoets!’

Zijn vrouw, ook Saab-fanaat, gaf hem daar alle ruimte voor, aldus Wiering. ‘Maar hij werd verliefd op een andere dame en vanaf dat moment verdween de liefde voor zijn auto een beetje naar de achtergrond. Hij liet alleen nog het hoogstnoodzakelijke onderhoud doen. Ik zei hem: “Je verwaarloost je auto, je zou er goed voor zijn.” Maar hij had geen geld en geen tijd en hij had andere prioriteiten. Uiteindelijk bood hij me aan dat ik de auto van hem terug kon kopen. Hij zei: “We blijven toch nog wel vrienden?” Maar mijn gevoel voor hem is minder geworden, het was een serieus probleem voor mij dat hij niet genoeg van die auto hield.’

Dat is je leven!

Al vanaf zijn achtste viel Wiering voor de auto. Hij zag een mooie Saab turbo op de rai staan en wist meteen: deze auto wilde hij hebben. Op zijn negentiende kocht hij precies die auto. Puur toeval. Hoewel autogek, begon Wiering aan een studie Frans. Maar studeren was niet aan hem besteed . Daarna werkte hij in allerlei functies. Tot een goede kennis in 1996 tegen hem zei dat hij een Saab Cabrio zocht en of Wiering die voor hem kon vinden. ‘Ik ben gaan zoeken, vond er één met schade bij een collega-specialist. Ik had geen idee wat dit zou gaan kosten. Daarop maakte de man 50.000 gulden naar me over. “Doe het daar maar voor,” zei hij. Ik was nog geen dertig, ik vond dat vertrouwen geweldig. Hij zei: “Daar moet je mee verder gaan. Dat is je leven!”’
Inmiddels bestaat zijn bedrijf bijna vijftien jaar en werken er drie mensen in zijn garage in Haarlem. Daarnaast lopen er nog een accountant en een marketeer rond. Het wordt lastiger om mooie auto’s te vinden, ook omdat Saab is gestopt met de productie en er bijna geen classics meer worden ingeruild. Vroeger kreeg je nog wel eens een trailertje met auto’s. Dan was het: ‘Olie, filtertje, bougietjes, kapje, rotortje, wat onderhoud en een poetsbeurt. En klaar.’

Maar zo makkelijk is het niet meer. ‘Vroeger pakte ik bijna een miljoen per jaar, nu nog niet eens de helft. De echte lucratieve deals zijn er niet meer.’