Ik liep stage op de gesloten opnameafdeling van een psychiatrische inrichting, waar de patiënten onvrijwillig zaten. Aan het eind van mijn allereerste dag ging een van de patiënten er vandoor, een grote gevaarlijke man. Hij rende weg door de lange gang met aan een kant een doorlopende glazen wand. Samen met twee verplegers ging ik achter hem aan. Aan het eind van de gang schopte de man het glas in, pakte een grote glasscherf, keerde zich om en kwam op ons af. We maakten ons uit de voeten, ik heb nog nooit zo hard gelopen. Daarop ontsnapte de man.
Ik was behoorlijk geschrokken, ’s avonds op de verpleegstersflat waar ook ik als psychologie-stagiair overnachtte vroeg ik me af in wat voor een griezelige omgeving ik terecht was gekomen. De volgende dag ging ik weer terug. En daar, op de afdeling, zat die man weer. Hij was heel rustig en goed aanspreekbaar, er was niets meer aan de hand.